Op de plek waar nu de Heilige Grafkerk in Jeruzalem staat, groeiden 2000 jaar geleden waarschijnlijk olijfbomen en druivenranken.
Dat ontdekte een interdisciplinair team van archeologen en wetenschappers van de Sapienza Universiteit van Rome op grond van archeobotanisch onderzoek en pollenanalyses van monsters die opgegraven zijn onder de vloer van de eeuwenoude basiliek.
De Israëlische nieuwssite The Times of Israel maakte als eerste melding van de vondst.

De grote historische kerken identificeren de Heilige Grafkerk met de plek waar Golgotha en het graf van Jezus zich bevonden. De vondst lijkt de beschrijving in het evangelie van Johannes te bevestigen dat Hij werd begraven in een tuin in de buurt van Golgotha.
Prof. Francesca Romana Stasolla leidt de opgravingen waarbij een interdisciplinair team van archeologen en wetenschappers van de Sapienza Universiteit van Rome betrokken is. Ze schrijft desgevraagd in een e-mail dat laboratoria van haar universiteit nog diverse analyses op de monsters zullen uitvoeren in Italië.

De drie denominaties die het beheer over de kerk hebben, namelijk de Grieks-orthodoxe, de Rooms-Katholieke en de Armeens-orthodoxe Kerk, besloten de vloer rond het Heilig Graf te renoveren. “Het project werd uitgevoerd omdat de vloer erg oud was en restauratie nodig had”, aldus Stasolla.
De opgravingen begonnen in 2022 en ze zullen waarschijnlijk dit jaar worden afgerond. Wetenschappers zullen de gegevens nog vele jaren bestuderen. De Israëlische Oudheidkundige Dienst heeft toestemming voor de opgraving gegeven.
Steengroeve
De opgraving bevestigt dat de kerk is gebouwd op een steengroeve uit de tijd van voor het begin van de jaartelling. De steengroeve was in de eerste eeuw in onbruik geraakt. Er werden graven uitgehouwen en er bevond zich een tuin.
Pas bij de uitbreiding van Jeruzalem in de jaren 41-43 na Christus kwam het gebied binnen de stadsmuren te liggen. De eerste christenen vereerden een van de graven als het graf waar Jezus was begraven. Keizer Hadrianus plaatste er in het jaar 135 na Christus een Romeinse tempel op. In de vierde eeuw besloot keizer Constantijn er een kerk neer te zetten.
Naast de sporen van de oude tuin hebben archeologen ook andere vondsten gedaan, waaronder van potscherven uit de ijzertijd en munten uit de tijd van de Romeinse keizer Flavius Julius Valens (364-378 na Christus).

Een versie van dit artikel stond ook in het Reformatorisch Dagblad.
Foto’s: Sapienza Universiteit van Rome.
Foto top pagina: A.Muller. Te zien is dat de vloer is versleten.
