
In de komende maanden moeten Israëlische leiders mogelijk belangrijke beslissingen nemen. Iran, het oude Perzië, ontwikkelt de capaciteit om nucleaire wapens te kunnen produceren. Leiders van dat land hebben gezegd dat Israël dient te verdwijnen. Deze twee factoren hebben geleid tot een enorme spanning. Maar er zijn ook lichtpuntjes van hoop.
Het is niet voor het eerst dat er in Perzië dreiging ontstaat. Ruim 2465 jaar geleden ontstond er een acuut gevaar voor het Joodse volk door het optreden van een zekere Haman aan het hof van koning Ahasveros. Waarschijnlijk ging het om dezelfde vorst als Xerxes, die vanuit Susan (het huidige Schusch aan de Perzische Golf ) regeerde van 485 tot 465 voor Chr. over het Perzische rijk, dat zich destijds uitstrekte van het huidige Griekenland tot en met Iran. Door het moedige optreden van Ester kwam het allemaal goed.
De dreiging vandaag de dag is niet gericht tegen de Joden zelf, maar tegen de staat Israël en het zionisme. Er bestaat tenslotte een Joodse gemeenschap in Iran zelf. Maar dit onderscheid is van weinig betekenis. Hoe wil Iran de staat Israël vernietigen zonder dat de inwoners daar het slachtoffer van worden? Bovendien biedt elke functionerende staat – ondanks de tekortkomingen die er altijd zijn – de inwoners veiligheid en bescherming. Wat Ahmadinejad zegt zou hetzelfde zijn als: Nederland moet worden vernietigd, maar de Nederlanders mogen blijven bestaan. Dat is geen troost!
Relaties
Spanning tussen Iran en Israël is er niet altijd geweest. De relaties tussen Iran en Israël waren goed, totdat in 1979 de islamitische revolutie plaatsvond. De Israëlische ambassade sloot de deuren, de diplomaten haastten zich naar de luchthaven en de vriendschap van de Iraanse leiders sloeg om in haat. Nadat Mahmoud Ahmadinejad in 2005 aan de macht kwam, ging het van kwaad tot erger. Hij ontkende de Holocaust en zei dat Israël van de aardbodem moest verdwijnen. Inlichtingendiensten zeggen voorts dat Iran voorbereidingen treft om een atoomwapen in elkaar te kunnen zetten.
Of Iran tot de eigenlijke productie zal overgaan is onzeker. Het is wel zeker dat Iran uranium verrijkt tot iets minder dan twintig procent, zodat het nog laag verrijkt uranium is. Iran heeft de technische kennis en de faciliteiten om uranium te verrijken tot negentig procent. Als Iran daar eenmaal mee begint, heeft het nog enkele weken tot een jaar nodig om een kernbom te maken. Het is niet bekend of Iran de capaciteit heeft om deze bom op een raket te monteren die Tel Aviv kan treffen.
Zorg
De combinatie van bedreigingen vanuit Iran en mogelijke pogingen nucleaire wapens te gaan produceren, baart Israël zorgen, vooral in politieke en militaire kringen. Toch is de situatie nu anders dan in de tijden van Ester of in de dertiger jaren in Europa. Iran kan op termijn weliswaar een existentieel gevaar voor Israël vormen, maar de politiek-militaire factoren zijn vandaag de dag totaal anders.
Ten eerste heeft de Israëlische diplomatie in de afgelopen maanden successen geboekt. De kwestie Iran staat hoog op de internationale agenda. De sancties die de internationale gemeenschap tegen Iran heft, zijn zwaar en hebben invloed. Israël is erin geslaagd andere landen ervan te overtuigen dat een nucleair bewapend Iran niet alleen een probleem is voor Israël, maar ook voor de Arabische landen en de landen buiten het Midden-Oosten.
Ten tweede heeft Israël de mogelijkheid zich te verdedigen. Israël heeft – in vergelijking met de rest van de wereld – zeer geavanceerde systemen om binnenvliegende raketten te onderscheppen
met antiraketraketten. Het heeft de Iron Dome (IJzeren koepel) om korte afstandsraketten en de Arrow (Pijl) om langeafstandsraketten (uit bijvoorbeeld Iran) uit de lucht te schieten. Verder is Israël bezig met de ontwikkeling van de David’s Sling (Davids Slinger, ook wel Magic Wand, Magische Wand, genoemd) om middellangeafstandsraketten te onderscheppen. Ook heeft het de capaciteit om zelf een offensief tegen Iran te starten, hoewel de afloop daarvan onzeker is.
Ten derde heeft Israël in de VS een bondgenoot. De Amerikaanse president Barack Obama zei dat hij geen politiek voert om de gevolgen van een Iraanse kernbom te beperken, maar om te voorkomen dat Iran deze krijgt. Hij stelde ook dat ‘alle opties’ op tafel liggen. Met andere woorden: de VS zal eventueel militair ingrijpen om de plannen van Iran te dwarsbomen. Obama gaf ook aan het recht van Israëls zelfverdediging te respecteren.
Nog geruime tijd
Dat wil niet zeggen dat er geen verschillen van mening bestaan tussen Israël en de VS. Washington gelooft dat er nog geruime tijd bestaat om te verhinderen dat Iran de bom krijgt. Premier Netanyahu daarentegen zei dat de tijd om te beslissen ‘niet dagen of weken, maar ook geen jaren’ is. Israël zal dus mogelijk in de komende maanden beslissen of het zelf aanvalt of dat het op de VS zal vertrouwen om Iran te stoppen. Dat is een moeilijke beslissing.
Wat als de VS Iran toch niet aanvalt als het wel nodig is? Of als de Amerikaanse inlichtingendiensten zich vergissen en Iran sneller blijkt te zijn met het vervaardigen van nucleaire wapens dan ze hadden voorzien?
Aan de andere kant beschikt de VS over betere militaire middelen dan Israël. Anders dan sommigen weleens denken, is het Israëlische leger niet oppermachtig. Bovendien heeft de regering door het stellen van verkeerde prioriteiten verzuimd de burgerbevolking voldoende bescherming te bieden.
Warme relaties
In maart was het net alsof Israëliërs en Iraniërs zich opeens weer de goede relaties van weleer herinnerden. De Israëlische president Shimon Peres wenste op 19 maart de Iraniërs ‘een echt fijne vakantie’ toe tijdens het Perzische Nieuwjaar Noruz.
Hij maakte van de gelegenheid gebruik om het Iraanse volk op te roepen het corrupte bewind omver te werpen en terug te keren naar het glorieuze Perzische erfgoed. Hij zei zich soms af te vragen hoe een hoogbeschaafd volk met een roemrijk verleden een dergelijk bewind kan toestaan om angst te zaaien en vrijheid af te nemen. ‘Iran, dat eens geliefd was in vele landen, heeft vandaag de dag de hele wereld tegen zich’, aldus Peres.
Twee dagen daarvoor besloten Israëlische grafisch ontwerpers, Ronnie Edri en Michal Tamir, de oorlogstaal van machthebbers te doorbreken. Edri vertelde de krant HaAretz dat hij besloot de generaals te laten zijn voor wat ze zijn, en de Iraniërs rechtstreeks te benaderen om te zien of ze hem echt haatten.

‘We love you’
Hij en anderen plaatsten foto’s van zichzelf op Facebook, met de woorden ‘Iraniërs we houden van jullie. We zullen jullie land nooit bombarderen. We love you.’ Iraniërs buiten Iran reageerden daarop met de boodschap: ‘We willen geen nucleaire bom. We willen vrede en democratie. We zijn jullie vrienden.’ Edri echter zei ook dat hij boodschappen kreeg van Iraniërs in Iran zelf. Een van hen schreef: ‘Het Iraanse volk, afgezien van het regime, heeft geen gevoelens van wrok of vijandschap tegenover anderen, zeker niet tegenover de Israëliërs (…). We zagen de Israëliërs nooit als onze vijanden. Daarom kan het regime geen publieke support krijgen voor oorlog.’
Dat het Iraanse regime niet populair is bleek al in 2009, toen na de verkiezingen een opstand uitbrak onder jongeren. Bij deze zogeheten Groene Revolutie beschuldigden demonstranten Ahmadinejad van vervalsing van de verkiezings- uitslag. Aan het bewind loyale troepen sloegen de opstand hardhandig neer. Maar dat wil niet zeggen dat de protesten niet opnieuw kunnen oplaaien. Onder de oppervlakte ‘De beweging van 2009 blijft onder de oppervlakte bestaan’, zegt professor David Menashri van de Tel Aviv Universiteit en een van ’s werelds belangrijke Iran- deskundigen. ‘De Iraniërs zien de Arabische lente. De Groene Beweging zegt dat de Arabische lente het gevolg is van 2009. De mensen in Iran willen vrijheid en economische vooruitgang. De islamitische revolutie heeft die niet gebracht.’
Hij wijst erop dat Iran een ontwikkeld en positief land is. Na de Israëliërs hebben de Iraniërs verhoudingsgewijs de meeste internet- aansluitingen in het Midden-Oosten. Filmmakers maken er uitstekende films en er bestaat een sterk maatschappelijk middenveld. ‘Er bestaat ook vrijheid van meningsuiting’, zegt de professor. ‘Maar er bestaat geen vrijheid na meningsuiting. Een boek met kritiek op het regime kreeg tien drukken, maar de auteur zelf belandde in de gevangenis.’ Menashri zegt dat sommige Iraniërs ervoor pleiten dat het nucleaire programma wordt uitgesteld. Ze vinden het niet de moeite waard een economische prijs te betalen. Ze zijn bezorgd over het dagelijks leven. In Iran heerst diepe onvrede. ‘De mensen in Iran lachen niet meer.’
(Dit artikel verscheen ook in NEMagazine).