Strijd om de Arabische kiezer

In het hoofdkwartier van Hadash in Umm al-Fahm. Foto: Alfred Muller
In het hoofdkwartier van Hadash in Umm al-Fahm. Foto: © Alfred Muller

UMM AL-FAHM – De politiek laat veel Arabieren in Israël koud. De helft van hen is niet van plan dinsdag naar de stembus te gaan. Arabische politici zijn echter een offensief begonnen om hen op andere gedachten te brengen. Verslag vanuit drie Arabische steden in Israël.

Zeventien Arabische volksvertegenwoordigers telt de Knesset, zowel binnen Arabische als Joodse partijen. Hun aantal zou kunnen groeien als het volk niet zo onverschillig zou zijn. Arabische politici in Israël hebben de afgelopen weken hun uiterste best gedaan om hun achterban ervan te overtuigen dat het nuttig is om naar de stembus te gaan.

Israëlische Arabieren, ook wel Palestijnse burgers van Israël genoemd, maken een vijfde deel van de bevolking uit. De stemmen van deze minderheid, die bestaat uit moslims, christenen, bedoeïenen, druzen en Circassiërs, kunnen zorgen voor ruim twintig Knessetleden. Momenteel tellen de drie Arabische partijen samen elf leden. De meeste Arabische politici leggen de nadruk op de noodzaak van de stichting van een Palestijnse staat naast Israël evenals op gelijke behandeling van Joden en Arabieren. Dat laatste wil zeggen: er dient een einde te komen aan elke vorm van discriminatie van de Arabische sector.

Wat doen Arabische politici eraan om hun achterban ertoe te bewegen te gaan stemmen? Een aantal van hen stond de afgelopen week de media te woord.

Het centrum van de Arabische stad Umm al-Fahm bevindt zich op een heuveltop, met daarop moskeeën met hoge minaretten. De stad lijkt op het eerste gezicht meer te doen aan politiek dan bijvoorbeeld Jeruzalem. In het straatbeeld vallen tal van billboards op met foto’s van Knessetkandidaten. Hier bevindt zich ook het plaatselijke hoofdkwartier van de Hadashpartij, oftewel het Democratisch front voor Vrede en Gelijkheid. De communistische partij is officieel Arabisch-Joods.

Posters

Knessetlid Afu Agbaria stapt de hal van het partijgebouw binnen, dat rijkelijk is voorzien van posters waar de parlementariër zelf op is afgebeeld. Agbaria neemt plaats op een stoel voor een rode vlag met hamer en sikkel. „Ik heb nog steeds warme gevoelens voor de toenmalige Sovjet-Unie”, zegt hij. „Het land gaf ons een kans te studeren. Dat de Sovjet-Unie uit elkaar is gevallen, wil niet zeggen dat het communisme niet goed was. Er werden wel wat fouten gemaakt in de uitvoering.”

ALMU20130116_0538 Knessetlid Afou Agbaria van Hadash
Knessetlid Afu Agbaria van de communistische Hadash partij verwacht opnieuw in het parlement terecht te komen. Foto: © Alfred Muller

Agbaria zegt dat in 1971 de eerste middelbare school werd geopend en dat slechts enkele Arabieren destijds aan universiteiten studeerden. Hij was in 1975 de eerste arts in Umm alFahm, een stad van moslims.

De te verwachten opkomst van Israëlische Palestijnen bij de parlementsverkiezingen baart ook Agbaria zorgen. Hij en zijn partijgenoten zeggen dat minderheden wereldwijd veel meer in de politiek participeren dan in Israël. De parlementariër wijst ook met de beschuldigende vinger naar de Israëlische media, die geen aandacht zouden besteden aan wat Arabische Knessetleden hebben bereikt. Zo is er op het gebied van de infrastructuur en riolering vooruitgang geboekt. Agbaria zelf hield zich bezig met de verbetering van de gezondheidszorg voor de bevolking in de periferie van het land en voor het armste deel van de bevolking.

Maar de problematiek in de Arabische dorpen en steden is niet het enige wat Hadash bezighoudt. Agbaria zegt dat zijn communistische partij het einde van de bezetting van de Westelijke Jordaanoever eist, de terugtrekking van Israël naar de grenzen van voor juni 1967 en de ontruiming van de Joodse nederzettingen. Vervolgens dient er volgens zijn partij een Palestijnse staat te worden opgericht met Jeruzalem als hoofdstad.

Hoop

In Umm al-Fahm wonen ook Arabieren die straks voor het eerst in de Knesset hopen zitting te nemen. In een restaurant aan de autoweg Wadi Ara, die de stad doorsnijdt, zitten drie leden van de in 2011 opgerichte partij Hoop op Verandering. Deze Arabische partij omschrijft zichzelf als pro-Israël.

Atef Krinawi, leider van de Hoop op Verandering Partij. Foto: Alfred Muller
Atef Krinawi, leider van de Hoop op Verandering Partij. Foto: © Alfred Muller

„De Knesset heeft nooit veel gedaan”, steekt bedoeïen en partijleider Atef Krinawi van wal. „Na 64 jaar zijn er nog altijd tal van problemen. We ruïneerden onze relaties met de Joden. Veel mensen hier zoeken echter vrede. Ze willen slechts in waardigheid leven. Er is geen leiderschap dat voor hun belangen verdedigt en hen vertegenwoordigt. De meeste leiders van de andere partijen vertegenwoordigen externe belangen.”

De term ”externe belangen” valt vaak. Het begrip slaat op de belangen van de Palestijnen op de Westoever en in de Gazastrook. Ze staan hoog op de prioriteitenlijst van Knessetleden uit Arabische partijen.

Krinawi zegt dat zijn hart brak toen hij mensen in het land bezocht. Sommige gezinnen leven in armoede. Zij hebben het gevoel dat er niemand is die zich om hen bekommert. De criminaliteit in de Arabische steden en dorpen neemt intussen toe door de werkloosheid.

Hoe de problemen zijn op te lossen? Door de Israëlische regering de hand te reiken, vindt Krinawi. Hij en zijn partijgenoten zijn niet tegen een vredesregeling met de Palestijnen, maar ze willen zich richten op de lokale context. Als een Israëlische premier de problemen kan oplossen, waarom niet? Als Arabieren zouden stemmen naar hun geweten, zou zijn partij volgens de bedoeien op vier tot vijf zetels kunnen rekenen. Tot nu toe geven de opiniepeilingen Hoop op Verandering echter geen zetel.

Hongkong

In het partijgebouw van de Verenigde Arabische Lijst, ook wel Ra’am-Ta’al genoemd, in Kafr Qassem houdt sjeik Ibrahim Sarsur kantoor. De partij geniet veel aanhang onder moslims. Sarsur was eerder burgemeester van Kafr Qassem en daarna leider van de zuidelijke tak van de islamitische beweging. Hij zit sinds 2006 in de Knesset.

Sarsur heeft nog maar nauwelijks plaatsgenomen achter een lange vergadertafel of hij maakt duidelijk dat hem veel zaken dwarszitten. Het gepraat over een verandering van grenzen bijvoorbeeld, waardoor de Arabische steden in een Palestijnse staat zouden komen te liggen, in ruil voor Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. „Wij zijn met 1,3 miljoen mensen en zijn hier geboren”, fulmineert hij. „Wij zijn niet van plan weg te gaan. Ook zijn we fel gekant tegen het idee van uitwisseling van bevolking of land. We zeggen de hele tijd dat wij hier geen vreemdelingen zijn, omdat we hier geboren zijn. De Israëlische nederzettingen daarentegen zijn illegaal.”

Knessetlid sjeik Ibrahim Sarsur van Ra'am-Ta'al.
Knessetlid sjeik Ibrahim Sarsur van Ra’am-Ta’al. Foto: © Alfred Muller

De Arabische politicus zegt dat zijn partij alles op alles zet om diegenen van gedachten te laten veranderen die bij de vorige verkiezingen niet hebben gestemd. Volgens hem boycot 5 tot 7 procent van de Arabieren de stembusgang uit ideologische overwegingen, en stemt 20 tot 25 procent niet omdat ze geloven dat hun stem in de praktijk toch geen effect heeft. Sarsur heeft goede hoop dat zijn inspanningen effect zullen sorteren. „We voelen dat de stemming op straat verandert. “

Nadat Sarsur de tijd heeft genomen om op te sommen wat er allemaal fout is en wat hij niet wil, geeft hij aan wat hij wél wil. Als de Israëlische regering besluit om vrede te sluiten met de Palestijnen, vindt zij in de Arabische partijen een partner, zegt hij. „We kunnen dan in het Midden-Oosten een situatie creëren die beter is dan die in Hongkong.”

Het zit Sarsur dwars dat de Arabische partijen er altijd van beschuldigd worden dat ze zich drukker maken om de Palestijnse kwestie dan om de problemen van de eigen bevolking.

Sarsur: „In 2009 concentreerden we ons inderdaad op strategisch-politieke kwesties. Maar onze gemeenschap is niet geïnteresseerd in hoogdravende ideeën over Israël en het Midden-Oosten. Ze wil verbeteringen zien in haar eigen leven. Daarom hebben de plaatselijke kwesties bij de verkiezingen onze prioriteit. Dat zijn de ontwikkeling van infrastructuur, onderwijs, gezondheid, sportvoorzieningen en het beschikbaar stellen van land om onze gemeenschap te ontwikkelen. Sommige jonge gezinnen hebben hun woonplaatsen verlaten omdat er geen land beschikbaar was voor hen.”

Vrede

Ook in de Arabische stad Baqa al-Gharbiyye is de strijd om de kiezer losgebarsten. De  vicevoorzitter van de Knesset Raleb Majadele ontvangt ons in het gebouw van de Arbeiderspartij. Hij is sinds 28 jaar lid van de partij en zit inmiddels 7 jaar in de Knesset. Daarvan was hij twee jaar minister van Sport, Wetenschap en Cultuur. Hij is lid van een Joodse partij omdat deze samenwerking, gelijke behandeling van Arabieren en een vredesverdrag met de Palestijnen voorstaat. Vrede met de Palestijnen is volgens de parlementariër nodig om de sociaaleconomische situatie in het land te verbeteren. Als er vrede is, kan de regering het budget voor welzijn, gezondheid en onderwijs verhogen.

De vicevoorzitter van de Knesset Raleb Majadele van de Arbeiderspartij. Foto: © Alfred Muller
De vicevoorzitter van de Knesset Raleb Majadele van de Arbeiderspartij. Foto: © Alfred Muller

Majadele zegt dat hij door zijn werk het bewijs heeft geleverd dat een Arabische politicus het verschil kan maken. „Toen ik bewindsman was, verhoogde mijn ministerie het budget voor de Arabische sector van 18 miljoen sjekel (3,6 miljoen euro) naar 48 miljoen sjekel (9,6 miljoen euro). Het resultaat was dat er 48 sportvelden werden aangelegd in 48 dorpen.”

„Ik ging de politiek niet in om in de oppositie terecht te komen”, zegt hij. „Maar we nemen niet tegen elke prijs deel aan een coalitie. Er is een verschil tussen een Arabische partij die per definitie in de oppositie zit, en een partij die deel wil nemen aan de regering, maar zijn huid duur verkoopt.”

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close