JERUZALEM – Israëliërs die betrokken zijn bij interreligieuze coöperatie hebben de autoriteiten opnieuw opgeroepen degenen die kerken en moskeeën vernielen, op te sporen en te veroordelen.
Donderdag brak er brand uit in de historisch belangrijke kerk in Tabgha die is gebouwd op de plek waar volgens de traditie Jezus broden en vissen vermenigvuldigde. Alles duidt erop dat het om brandstichting gaat.
Het gaat niet om een uniek verschijnsel. Sinds 2009 zijn 43 kerken en moskeeën in brand gestoken of ontwijd door het gebruik van godslasterlijke leuzen.
Daders
Toch zijn het Israëlische veiligheidsinstanties er maar niet in geslaagd daders op te sporen en te laten veroordelen tot gevangenisstraffen. „We weten niet wat er met hen aan de hand is”, zegt dr. Gadi Gvaryahu, hoofd van de overkoepelende samenwerkingsorganisatie „Tag Meir” („Verspreid het licht”).
Aan capaciteit ontbreekt het het veiligheidswezen niet. „Ze kunnen een buitenlands telefoonnummer in het midden van Gaza opsporen of een schip met wapens aan de andere kant van de wereld.”
Hij was donderdag met bijna honderd burgers bij de in brand gestoken kerk in Tabgha „om te zeggen hoe boos we zijn, dat het ons spijt en dat we beschaamd zijn.”
Gevaarlijk
„Dit is niet alleen gevaarlijk voor de minderheden, het is ook gevaarlijk voor de Israëlische samenleving en het Midden-Oosten. Het is cruciaal deze terroristen te vinden.”
Ook de Raad van Religieuze Instituten in het Heilige Land, die het hoofdrabbinaat in Israël, de hoofden van de kerken en moslimgerechtshoven van de Palestijnse Autoriteit vertegenwoordigt, roept de politie en andere autoriteiten op hun uiterste best te doen de daders voor het gerecht te brengen, de aanvallen te voorkomen en de veiligheid en respect voor de heilige plaatsen van alle religies te herstellen. De raad wijst er op dat er overigens ook synagoges en Joodse begraafplaatsen ontwijd zijn.
„Verschrikkelijke dag”
Hana Bendcowsky, programmadirecteur van het Jeruzalem Centrum voor Joods-Christelijke relaties, spreekt van „een verschrikkelijke dag”. „Het is choquerend om te zien hoe mensen geweld en vandalisme gebruiken tegen andere religies.”

Het probleem vloeit voort uit een gebrek aan kennis. Ze roept de regering en het ministerie van Onderwijs op serieus te werken aan het bijbrengen van respect voor andere religies.
Scholieren uit Galilea die tijdens een excursie naar Jeruzalem een priester ontmoetten, spraken hun medeleven uit. „Dit is het soort educatie dat we nodig hebben. Je leert niet uit een schoolboek wie christenen zijn, maar door hen te ontmoeten. Deze geestelijken dienen duizenden mensen.”
Goede advocaten
Bendcowsky bevestigt dat niemand is veroordeeld. „Als de politie een dader al zou vinden, welke straf krijgt deze dan? Ze krijgen hele goede advocaten. Ze gaan maximaal twee maanden naar de gevangenis. Dat maakt hen niets uit. De oplossing is onderwijs.”
Aan de ene kant ziet ze groeiende belangstelling onder Israëliërs voor andere godsdiensten, aan de andere kant isoleert de maatschappij zich in cultureel en religieus opzicht. „Mensen keren terug naar hun eigen religie. Dat kan een intellectuele vorm van Judaïsme zijn, maar ook een simpele, oppervlakkige en xenofobische vorm, die sterk verbonden is met nationalisme.”
FOTO BOVEN: DE KERK VAN DE VERMENIGVULDIGING IN TABGHA NA DE BRANDSTICHTING. © DORMITION ABBEY, JERUSALEM