Het verhaal van Marike Veldman is het verhaal over vertrouwen en geloof. Ze hield altijd vast aan de beloften die haar hemelse Vader haar gegeven had. Zo kon ze 30 jaar lang onder soms moeilijke omstandigheden onderdak bieden aan kinderen in haar gezinsvervangend huis in Jeruzalem.
Marike Veldman werd in Nederland nogal bekend in oktober 2015, toen ze een
terreuraanslag overleefde op lijn 78 in Jeruzalem. De man tegenover haar begon met een mes op haar in te steken. Ze riep in het Nederlands: „Heere Jezus, Heere Jezus! Help me, help me!” Ze is ervan overtuigd dat dat haar redding is geweest. De terrorist liep bij haar vandaan. Toen het drama geschiedde, had ze al tientallen jaren de kracht ervaren van het gebed in de naam van Jezus.
First Station
Ze vertelt over haar leven op een terrasje in Jeruzalems First Station – een oud Ottomaanse treinstation uit het einde van de 19e eeuw dat is omgebouwd tot een centrum met restaurants, winkeltjes en kraampjes, draaimolens en een podium voor artiesten. „Toen ik met mijn opleiding voor verpleegkundige begon in het Rooms-katholieke ziekenhuis in Groningen, verlangde ik er al naar om in het Midden-Oosten voor kinderen te zorgen”, zegt ze, terwijl er een jazzmuziekje op de achtergrond klinkt.
„Ik kende God goed genoeg om te weten dat Hij een plan heeft voor iedereen. Eerst dacht ik aan Libanon. Maar daar woedde een burgeroorlog. Ik voelde me geleid om naar Israël te gaan, waar ik in 1977 aankwam. Ik leerde Hebreeuws en ik kreeg een baan in het Hadassah ziekenhuis in Jeruzalem op de intensive care.”
Na Hadassah ziekenhuis werkte ze in een kliniek voor kinderen in de Oude Stad van Jeruzalem en in een kindertehuis van de Anglicaanse kerk in Ramallah. Om het levensonderhoud hoefde ze zich geen zorgen te maken. In het Hadassah ziekenhuis kreeg ze een salaris, in de Oude Stad leefde ze van spaargeld en in Ramallah kreeg ze gratis onderdak en eten.
Ondertussen groeide haar verlangen om pleegmoeder te worden van Arabische kinderen. Maar voor een gezinsvervangend huis had ze geen cent. Toch heeft ze in de loop van de jaren meer dan 20 kinderen opgevangen.
Bevestiging
Voor ze begon, wilde ze heel zeker weten of het idee van God was. Toen ze om leiding en een bevestiging uit de Bijbel had gebeden, kreeg ze heel sterk Psalm 10: 17 en 18 in gedachten. Daar stond:
De begeerte der ootmoedigen hebt Gij, Here, gehoord: Gij sterkt hun hart, uw oor merkt op, om recht te doen de wees en de verdrukte … (NBG).
Maar stel je voor dat dat toeval was geweest? Ze wilde graag nog een aanwijzing. Ze kreeg Jesaja 16 in gedachten. Haar oog viel op vers 3. Ze kreeg er kippenvel van.
„…verberg de verdrevenen, verraad de vluchtelingen niet.”
Toen wist ze het zeker dat het de wil van God was. „Toen ik in 1983 met een gezinsvervangend huis begon, was ik totaal afhankelijk van de Heer. Ik moest heel specifiek bidden voor allerlei zaken. Voor een huis, voor inkomen en voor de komst van kinderen. En daarna ook voor de kosten van hun kleding en school, voor visa en voor collegegelden. Alles kwam binnen door intensief gebed. Dat ging zo 30 jaar door. We hadden steeds grote bedragen nodig. Er waren gelukkig ook meevallers. Een van de kinderen had hoge cijfers en ze kreeg een studiebeurs in de VS. Een andere kon studeren in Nederland, waar de studiekosten veel lager zijn. Maar ik moest de kamerhuur nog wel betalen.
Vrienden en familieleden hielpen. In de loop van de jaren steunden ook een aantal kerken en gemeenten mij. Ik schreef een nieuwsbrief. Ook kreeg ik op een bepaald moment een toelage van het maatschappelijk werk in Jeruzalem. Zo voorzag God. Maar ik ben wel altijd krap bij kas geweest. Toch konden we altijd rondkomen en ik kon anderen ook nog geven.
Ik wilde dat de kinderen zelf ook baden. Dat ze goede cijfers zouden halen bijvoorbeeld, zodat ze verder konden studeren op de universiteit. Ze zeiden soms: Mam, kun jij er voor bidden? Ik zei: Dat moet je zelf doen. Dan zeiden ze soms: Maar God luistert naar jou. Dan lachte ik wat en we gingen er samen voor bidden. Van een paar weet ik dat ze nog steeds bidden. En als ze ver weg wonen, bid ik soms samen met hen door de telefoon. Het bidden heeft een enorme invloed op hen gehad.”
Gods wil
Als ze ergens aanhoudend voor bidt, wil ze zeker weten dat het Gods wil is. Dat is het geval nadat God het bevestigd heeft door Zijn woord. Ze heeft gemerkt dat de omstandigheden soms verwarrend zijn. Soms lijkt het zelfs of het tegengestelde gebeurt. Spannend bijvoorbeeld was het moment waarop ze twee pleegdochters mee wilde nemen op vakantie naar Nederland. Ze hadden nog nooit echt vakantie gehad. Het waren Palestijnse meisjes en paspoort of nationaliteit hadden ze niet.
In geloof boekte ze de tickets. Ze konden wel een reisdocument krijgen. Die moesten ze aanvragen bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken in Oost-Jeruzalem. Daar moest ze twee keer urenlang in de rij in de brandende zon staan.
Daarna diende ze bij de Nederlandse ambassade in Tel Aviv een aanvraag in voor visa voor Nederland. Vier dagen voor vertrek was er nog niets gearriveerd. Het was om moedeloos van te worden. Door het raam woei een bries, die de bladzijden van de Bijbel omsloeg. Toen viel haar oog op 2 Kronieken 14:11, waar ze al een blauwe streep onder had gezet.
Here, er is niemand buiten U, om de machteloze te helpen tegen de machtige. Help ons, Here, onze God, want op U steunen wij en in uw naam zijn wij opgetrokken tegen deze menigte. Here, Gij zijt onze God, laat toch tegen U geen sterveling iets vermogen.
Een dag voor vertrek belde ze weer. Geen visum, maar ze beloofden contact op te nemen met Den Haag. In geloof ging ze naar de de Nederlandse ambassade. Vlak voor sluiting stapte ze daar binnen. En ja, het visum was net binnengekomen.
Arabische christenen
„Ik heb gezien dat Arabische christenen anders bidden dan Nederlandse christenen. Ze bidden om bescherming tegen de invloeden en de onderdrukking van de islam. Ze bidden ook voor bescherming tegen de grote gevestigde kerken, omdat die hen vaak tegenwerken. Verder bidden ze voor bescherming in verband met de politieke situatie op de Westoever en in Jeruzalem. Ze zijn bang voor het leger.
Ze hebben bijna geen visie voor Israël. In Ramallah vertelde ik een groep Arabische vrouwen iets over Gods plan met Israël. Een van de Arabische vrouwen zei: En wij dan? Heeft God geen plan met ons? Evangelische christenen hebben daar ook schuld aan. Zij spreken vaak alleen maar over Gods plan met Israël. Ze vergeten dat God ook een plan met Ishmael heeft. We mogen bidden dat Palestijnen niet in hun slachtofferrol blijven vastzitten en dat er opleidingsmogelijkheden en banen voor hen komen, waardoor God hun talenten kan gebruiken.
Gelovigen proberen hier ook vaak weg te komen. Maar het zijn juist zij die op de bres zouden moeten staan voor Joden en Moslims. Ze hebben visie nodig voor de oogst hier. Ze kunnen verstrikt raken in eigen problemen. Daardoor zien ze niet meer hun naaste, die in diepe nood zit. Vorig jaar luisterde ik in Nederland naar een aantal ex-moslims die tot geloof waren gekomen. Ik dacht: ga terug naar het Midden-Oosten, ga dit je eigen volk vertellen. Ik besefte ook: God zal ervoor zorgen dat gelovigen terugkeren om van het evangelie te vertellen.
In 1980 was ik bij een familie op bezoek in de Oude Stad in Jeruzalem. Boven het echtelijk bed hing een schilderij met de afbeelding van de koran, met daarnaast een aardbol, zo gedraaid dat het licht precies op Europa viel. De Heer zei tegen me: Europa is gericht op het communisme, maar de islam heeft Europa op het oog. Ik ben naar huis gegaan. Ik heb drie nachten niet geslapen. Ik schreef naar geestelijke leiders in Nederland. Ik kreeg er bijna geen reactie op. Ze haalden hun schouders op. Ik was maar een verpleegstertje. Wat dacht ik wel. Maar moet je nu eens kijken. Maar ik geloof ook dat moslims die in Europa de Heer vinden, terug zullen keren om het evangelie aan hun eigen mensen te vertellen. Vorig jaar, toen ik in Griekenland was, kwam ik zendelingen tegen die dezelfde visie hadden. Er waren daar ook Arabieren die zeiden: we gaan terug, zodra het kan.”
Zie ook: Marieke Veldman overleefde de aanslag op lijn 78.
Dit artikel verscheen in Nemagazine.