Foto’s © Alfred Muller
Yinam Leef is trots op zijn school. “We geven veel aandacht aan de zich ontwikkelende artistieke persoonlijkheid. Onze afgestudeerden nemen belangrijke posities in bij vele artistieke instituten in het land.” Een kijkje op de Jeruzalem Academie voor Muziek en Dans (JAMD).
De academie en de bijbehorende middelbare school bevinden zich op de campus van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem in Givat Ram. Op de gangen van de academie haasten de studenten zich naar hun leslokalen. Anderen zitten op de gangen met een instrument, een studieboek of een smartphone in de hand. Of ze zitten gezellig met elkaar te praten.

In een uitvoeringszaal vertelt directeur Yinam Leef dat de academie in 1932 werd opgericht door Hongaarse Joden die naar Palestina vluchtten. “Ze noemden de school het Jeruzalem Conservatorium en werkten conform de waarden en methoden van de grote Europese tradities.”
De school ontwikkelde zich van een klein instituut tot de grootste in Israël en telt momenteel 800 studenten. De academie kent vier faculteiten: die van uitvoerende kunsten (klassieke muziek), van compositie, muziekonderwijs en dirigentschap, van multi-disciplinaire muziek en van dans.
“Sommige studenten besluiten geen professionele dansers of musici te worden”, zegt Leef. “Maar de kunst is wel een integraal deel van hun persoonlijk leven. Ze zien het belang in van cultuur voor hun eigen leven en voor dat van hun kinderen.”
‘Culturele crisis’
Toch ontsnapt Israël niet aan de wat hij noemt “culturele crisis.” Deze vloeit volgens hem voort uit de onderwaardering van alles wat geen technologische voordelen biedt, de vermindering van het concentratievermogen en het feit dat mensen met vele dingen tegelijk bezig zijn. “Hier leert een jong persoon een instrument bespelen en naar zichzelf te luisteren. Wij zijn heel bang dat zoiets langzaam maar zeker uit de cultuur verdwijnt.”
Dat de studenten hier uitmuntend moeten zijn in hun vakgebied is een voorwaarde vooraf. “Als je hier bent, heb je waarschijnlijk al 10 of 12 jaar een instrument bespeeld. Of je begon al te dansen toen je 6 of 8 jaar oud was. Maar een musicus of danser worden is niet het hele verhaal. We geven de studenten ook een missie mee. Dat is de culturele kaars brandend te houden.”

De studenten zijn er ook medeverantwoordelijk voor hoe de maatschappij er in de komende jaren uit komt te zien. “Muziek heeft niet alleen betrekking op het spelen van de juiste noten en dansen niet alleen op de juiste bewegingen. Het gaat ook over hoe je een goed persoon bent en over hoe je goed met anderen kunt samenwerken.”
Arabische muziek
Samenwerking gebeurt bij uitstek ook op de afdeling oriëntaalse muziek. Professor Taiseer Elias richtte de afdeling in 1995 op binnen de faculteit van de multi-disciplinaire muziek. Hijzelf is een gerenommeerd oed en vioolspeler en een bekend wetenschapper op het gebied van de Arabische muziek. “We noemen dit het oriëntaals departement, maar tot nu toe onderwijzen we alleen maar Arabische muziek”, vertelt hij. “We hopen in de toekomst ook Turkse en Perzische muziek te onderwijzen.”

Op zijn departement hebben studenten de kans een meester te worden in het bespelen van een instrument. Dat kunnen oriëntaalse instrumenten zijn als de oed, qanûn of oriëntaalse viool. Maar het kunnen ook westerse instrumenten zijn waarop de studenten Arabische muziek leren spelen. Daarnaast hebben de studenten kans cursussen te volgen in de improvisatie van Arabische muziek of de literatuur en theorie van deze muziek. Op andere afdelingen van de academie kunnen ze bovendien cursussen volgen over de geschiedenis van de westerse muziek of de Israëlische muziek.
Vreedzaam samenleven
In 1995 begon zijn afdeling met 22 studenten. Vandaag telt deze 45 Arabische en Joodse studenten. “Dat is geweldig”, zegt de hoogleraar. “Dit is een levend voorbeeld van het vreedzaam samenleven van Joden en Arabieren. De coëxistentie is bovendien muzikaal en cultureel. Dat is een grootse ervaring.”

Het departement is volgens Elias zeer uniek, niet alleen in Israël, maar in de hele wereld. “Voor zover ik weet is er in het Midden-Oosten geen ander departement voor Arabische muziek dat op zo’n hoog academisch niveau onderwijst. Twee van onze studenten namen deel aan aan een competitie in Egypte, waaraan kandidaten uit de hele wereld, vooral de Arabische landen, meededen. Mijn studenten wonnen de eerste en tweede prijs. Vele anderen zijn goede musici geworden met een oed, qanûn en viool. Ze spelen een belangrijke rol in het muzikale leven in de Arabische en Joodse gemeenschap.”
Sommige studenten worden tegelijkertijd opgeleid als musicus en docent. “Tien jaar geleden hadden we nog geen echte leraren. Elke musicus die zich zelf ook als leraar zag, begon op een school les te geven. Maar vandaag hebben we afgestudeerden die én leraren én hele goede musici zijn.”
Professioneel musicus
Benjamin Goodman hoopt een professioneel musicus te worden. Hij begon op de piano te spelen toen hij vijf was. Als enige in het gezin was hij muzikaal. Toen hij dertien was ging hij naar de middelbare school die verbinden is aan de JAMD. Vervolgens deed hij een bachelor graad en vorig jaar begon hij met de studie voor een masters. Hij speelt in ensembles op de academie en reist naar het buitenland om met andere musici of solo te spelen.

Bij de masters studie ligt er de nadruk op de uitvoering. “We moeten een recital doen aan het einde van elk jaar op een hoog internationaal niveau. We doen ook cursussen waarbij de neurowetenschappen worden betrokken. We kijken wat deze ons kunnen leren over muziek en kunst. Verder volgen we cursussen die gaan over de relatie tussen biomechanica en uitvoering. We houden ons bezig met de vraag wat er van je hersenen en je emotionele kant wordt gevergd.”
Hij gelooft dat hij nog 10 tot 15 jaar nodig heeft om een succesvol musicus te worden. Hij kan daarbij niet de hele tijd in Israël blijven, want een doctoraat doen in muziekuitvoering is nog niet mogelijk op de academie. Daarvoor moet hij in Europa zijn, bijvoorbeeld op het conservatorium in Amsterdam. Daar was hij onlangs ook om een kijkje te nemen. Ook gaf hij in Nederland samen met enkele Joodse vrienden van zijn moeder een concert.
Na zijn studie in het buitenland wil hij terugkeren naar Israël. “Ik wil misschien een muziekschool opzetten in de Negev, waar een prachtig landschap en een schitterende sfeer bestaat. De mensen kunnen daar nergens muziek studeren of daarover iets leren .Ik geloof dat muziek aan iedereen onderwezen moet worden en door iedereen moet worden gehoord.”