Oorlog op Grote Verzoendag sloeg nationale wond

In het diepste geheim had op 5 oktober 1973 de Egyptenaar Ashraf Marwan in Londen een ontmoeting met het hoofd van de Mossad, Zvi Zamir. Marwan vertelde hem dat er de volgende dag een oorlog zou uitbreken.

Marwan was niet de eerste de beste. Hij was de schoonzoon van de Egyptische president Gamal Nasser en speelde een belangrijke rol in de regering van Anwar Sadat, die Nasser was opgevolgd na diens dood in oktober 1970. Voor Israël was hij een belangrijke informant, maar volgens Egypte was hij een dubbelspion die werd ingezet om Israël te misleiden.

De boodschap van Marwan was niet het enige teken dat Syrië en Egypte een offensief zouden beginnen. Een inlichtingeneenheid had een bericht gedecodeerd van de Iraakse militaire attaché in Moskou waarin stond dat Rusland geloofde dat Egypte en Syrië een oorlog zouden beginnen.

Preventieve aanval 

Hoe kan het dat de Israëlische regering niet deed wat ze had moeten doen? Dat is: reservisten oproepen en een preventieve aanval openen. Langzaam maar zeker krijgen Israëlische burgers meer informatie over de ontwikkelingen voorafgaand aan de oorlog. Af en toe geeft het legerarchief documenten vrij.

Het is duidelijk dat er sprake was van een zeer complexe situatie. Zo had Israël in april 1973 een deel van de reservisten opgeroepen omdat er een aanval leek te komen. Wat zou het volk zeggen als Israël de reservisten voor niks op zou roepen op Grote Verzoendag? Sadat had op het laatste moment kunnen afzien van een aanval.

Wat ook duidelijk is, is dat Israël na de Zesdaagse Oorlog van 1973 in een overwinningsroes verkeerde. De inlichtingen waren er wel, maar sommige personen op sleutelposities namen deze onvoldoende serieus.

Dat had enorme gevolgen. Op Grote Verzoendag vielen, zelfs eerder dan Marwan had voorspeld, Syrië en Egypte aan. Ze overrompelden de Israëlische stellingen en drongen snel door op de Golan en in de Sinaïwoestijn. Nadat Israël de tegenaanval inzette, drong het de vijandelijke legers ver terug.

Herdenkingsplechtigheid

Toch sloeg de oorlog een nationale wond. Aan Israëlische zijde vielen 2600 doden. Na de oorlog trad een aantal militaire leiders en politici af. Tijdens een herdenkingsplechtigheid vorige week op de Herzlberg waarschuwde minister van Defensie Moshe Ya’alon dat de oorlog leerde dat Israël zich niet moet laten misleiden.

Gelukkig deed zich daarna een positieve ontwikkeling voor. Hoewel de strijd eindigde in een Israëlische overwinning, waren de Egyptenaren er enorm trots op dat ze het Suezkanaal waren overgestoken en het Israëlische leger zware verliezen hadden toegebracht. In hun optiek had Egypte gezegevierd. Dit eerherstel opende de weg voor een politieke regeling.

President Anwar Sadat arriveerde in november 1977 in Israël. „No more wars, no more bloodshed” (nooit meer oorlogen, nooit meer bloedvergieten), sprak premier Begin. Twee jaar later was het vredesverdrag er.

Gelukkig deed zich na de oorlog van 1973 een positieve ontwikkeling voor. President Sadat van Egypte (l.) kwam  in november 1977 op bezoek in Israël. Hier is hij in gesprek met premier Menachem Begin van Israël7. Foto: GPO.
Gelukkig deed zich na de oorlog van 1973 een positieve ontwikkeling voor. President Sadat van Egypte (l.) kwam  in november 1977 op bezoek in Israël. Hier is hij in gesprek met premier Menachem Begin van Israël. Foto’s: GPO.

Elke zaterdag in het Reformatorisch Dagblad: Israël Ingezoomd. Commentaar op gebeurtenissen in Israël vanuit Jeruzalem. 

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close