In Israël is een schoolstrijd losgebarsten. Christelijke scholen eisen dezelfde subsidies als openbare scholen. Deze week demonstreerden 500 leerlingen, leerkrachten, ouders en geestelijken in Jeruzalem.
Vertegenwoordigers van christelijke scholen in Israël eisen gelijke bekostiging. Ze hielden woensdag een demonstratie voor het ministerie van Onderwijs in Jeruzalem. Aan de bijeenkomst deden ongeveer 500 burgers uit verschillende kerken mee.
Initiatiefnemers zeiden dat de overheid de subsidies heeft verminderd en tegelijkertijd de mogelijkheid beperkt de ouders ter compensatie meer schoolgeld te vragen. De hulpbisschop van Jeruzalem, Mgr. Giacinto-Boulos Marcuzzo, gelooft dat de toekomst van het christelijk onderwijs in gevaar verkeert. „Stukje voor beetje erodeert ons recht en onze mogelijkheid om de scholen te runnen.”
„Natuurlijk houden we er niet van om geld in te zamelen bij de ouders”, zei Marcuzzo. „Ze betalen namelijk al belasting. Ze hebben het recht hun kinderen naar een school te sturen die subsidies ontvangt van de regering. Tegelijkertijd heeft, overeenkomstig de traditie in de staat Israël, elke gemeenschap recht op eigen bijzonder onderwijs. Waarom kunnen ze dat oude recht niet respecteren?”
Openbare christelijke scholen
Christelijke scholen echter hebben de mogelijkheid volledige subsidies te ontvangen door „openbare christelijke scholen” te worden. Maar als ze dat doen verliezen ze hun identiteit, zo vrezen betrokkenen. De overheid zou dan veel te vertellen krijgen over het toelatingsbeleid van leerlingen en personeel. Bovendien kan de overheid de schoolgebouwen dan ook gebruiken voor bijvoorbeeld publieke activiteiten in vakanties. En dat terwijl de gebouwen zich vaak op terreinen van kloosters bevinden. Een ander alternatief is het aantal lesuren drastisch te verminderen, maar dat zal de kwaliteit van het onderwijs schaden.
Ruim 30.000 Arabische scholieren volgen onderwijs aan 50 educatieve instellingen die aan uiteenlopende kerkelijke denominaties zijn verbonden. „We leven in een land met een gevarieerde bevolking”, zei Rula Eskander, scholier aan de Saint Joseph school in Nazareth. „We moeten leren over onze godsdienst en over onze geschiedenis. Dat is heel belangrijk voor ons.”
De demonstranten wezen er op, dat ook moslims naar de christelijke scholen gaan. „Dit onderwijs is dus voor alle Arabieren, niet alleen christenen”, aldus de echtgenoot van een van de leerkrachten.
Vertegenwoordigers van het christelijk onderwijs en het ministerie van Onderwijs praten al lang met elkaar, aldus Botrus Mansour, algemeen-directeur van de bijna duizend leerlingen tellende „Nazareth Baptist School”. Mansour, die een wit T-shirt draagt met de zwarte letters „als je denkt dat onderwijs duur is probeer eens onwetendheid”, gelooft dat er een oplossing nodig is op politiek niveau. „We willen nu niet langer wachten. Er waren verkiezingen, vervolgens coalitiebesprekingen en zo dadelijk is het schooljaar afgelopen. We beginnen straks met een nieuw schooljaar.”
Het nieuwe schooljaar
Mansour vertelt dat de scholen de mogelijkheid hebben niet te openen als het nieuwe schooljaar begint. „De kinderen wandelen dan rond op straat. Ik hoop dat we dat punt niet zullen bereiken. Met deze demonstratie beginnen we klein, en we hopen dat ze een positief antwoord zullen geven.”
Baptisten voorganger Rajai Samawi, hoofd van de Conventie van Evangelische kerken in Israël, wees erop dat dat de christelijke scholen zich richten op Bijbel onderwijs en onderwijs voor de hele persoon. „In de afgelopen 60, 70 jaar kwamen de meeste oud-scholieren in leidinggevende posities te terecht. Veel latere artsen en ingenieurs kregen hier onderwijs. Ze hebben meer aan de samenleving bijgedragen dan anderen.”
De Nederlander Harry Tees, algemeen-secretaris van de Evangelische Alliantie in Israël, trekt een vergelijking met de schoolstrijd in Nederland, die na de Franse revolutie begon en een eeuw duurde. “Elke groep scholen hier heeft nu een aparte regeling getroffen met het ministerie van Onderwijs. De scholen zijn niet gelijk. We willen niet meer, maar ook niet minder dan de anderen.”
Een voorlichter van het ministerie van Onderwijs reageerde niet op het verzoek een respons te leveren.
Dit artikel verscheen ook in het Reformatorisch Dagblad.
Tekst en beeld © Alfred Muller