De École biblique in Jeruzalem heeft een prestigieus project voor Bijbelonderzoek opgezet.
Tientallen wetenschappers kijken systematisch naar de oudste traditionele teksten, Ze kijken naar wat deze te zeggen hebben, in welke context deze zijn ontstaan en welke invloed ze hebben gehad in de afgelopen millennia. Die invloed was niet alleen groot op het gebied van theologie, ethiek en dogmatiek, maar ook op maatschappelijk en cultureel gebied. Wereldwijd, wel te verstaan.
In een prachtig gebouw aan de Nablusstraat in het centrum van Jeruzalem bevindt zich de „École biblique et archéologique française de Jérusalem” (de Franse Bijbelse en archeologische school van Jeruzalem). Het instituut werd in 1890 gesticht door de Dominicaanse priester Marie-Joseph Lagrange onder de naam „École pratique d’études bibliques” (school voor praktijk van Bijbelstudies). In 1920 ontving het zijn huidige naam van de Académie des Inscriptions et Belles-Lettres in Parijs.
De school staat naast de St. Stephanus basiliek. Deze basiliek is gebouwd over de fundamenten van een Byzantijnse kerk. De Byzantijnse christenen bouwden deze kerk op de plaats waar de relieken van St. Stefanus werden vereerd, nadat die daar in 439 werden heengebracht.
Digitale ontwikkelingen
Het betreft een instituut dat zich al lang bezighoudt met de wetenschappelijke studie van de Bijbel, de exegese en de archeologie. In 1956 kwam de eerste editie van de „Jeruzalem Bijbel” uit, waarin gegevens waren verwerkt uit modern wetenschappelijk onderzoek. Het instituut leek de juiste plaats te zjn voor een nieuw, ambitieuzer project, dat de digitale ontwikkelingen mogelijk hebben gemaakt.
In een van de zalen neemt uitvoerend directeur, de Dominicaanse pater prof. dr. Olivier-Thomas Venard, plaats. Hij vertelt over het onderzoeksprogramma „De Bijbel in zijn tradities.”
Het doel is een database te creëren voor uitgebreid onderzoek en bestudering van de Bijbel. Het idee ontstond al in 2000. De openbare lancering van de preliminaire online editie vond pas vorig jaar in Parijs plaats. Het betreft een zeer groot werk. „Het gaat twee tot drie generaties duren voordat het af is”, zegt hij.
Voorlopig bestaan er online edities in het Engels, Frans en Spaans. Na de tekst, volgen de aantekeningen. Deze vallen in drie groepen uiteen: de tekst, de context en de ontvangst of receptie. Deze zijn weer opgedeeld in 26 rubrieken.
Originele versies
De website bibletraditions.org zal vertalingen presenteren van de verschillende originele Bijbelse versies. De Bijbelse tekst wordt niet alleen vertegenwoordigd door het Hebreeuws en Grieks, maar ook door de Latijnse, Oudsyrische en Aramese tradities. Het zal ook mijlpalen laten zien van de ontvangst in de geschiedenis tot de huidige tijd. Niet alleen geeft deze informatie over hoe de tekst ontstond en wat deze destijds betekende, maar ook hoe de tekst sindsdien is gebruikt in de Joodse traditie, in de theologie en liturgie van de kerk, en hoe deze de culturele wereld heeft gevormd.
Voor de variëteit die zo ontstaat heeft Venard veel waardering. „Het motto is Psalm 62, waar staat: „God heeft eenmaal gesproken, ik heb tweemaal gehoord.” Het idee is dat het woord van God altijd een pluraliteit creëert. Dit is de manier waarop openbaring werkt. Als God altijd conceptueel duidelijk had willen zijn, dan had Hij dat kunnen doen. Als we naar het woord van God luisteren, dan luisteren we naar een harmonie die door de verscheidenheid van stemmen tot ons komt. Als wij zeggen „De Bijbel in zijn tradities”, dan bedoelen we dat alle traditionele versies delen in de genade van inspiratie. Het is heel belangrijk voor ons dat geen van deze teksten meer geïnspireerd zijn dan de andere.”
Na de Bijbeltekst volgen opmerkingen op het gebied van de thematiek en dogmatiek. Vervolgens verschijnt er een rubriek met tekstkritiek, gebaseerd op variaties in oude handschriften. Dan volgen de rubrieken met annotaties over vocabulaire, grammatica, en literair gebruik.
Deelrubriek
De tweede grote deelrubriek is de context. Deze gaat over de wereld waarin de tekst is ontstaan Hier vinden we aantekeningen over andere oude culturen, archeologie, geschiedenis, geografie, en andere oude niet-Bijbelse geschriften, waaronder die uit de tijd tussen beide testamenten in.
De meeste aantekeningen vallen onder „receptie” of „ontvangst”. Hier weiden wetenschappers uit over de vraag hoe de tekst gelezen is in de geschiedenis. De samenstellers behandelen onder meer de belangrijkste interpretaties van kerkvaders, middeleeuwse rooms-katholieke en orthodoxe theologen waaronder Thomas van Aquino, de Syrische en oriëntaalse schrijvers, de protestantse hervormers en de verwerking in de liturgie.
Ook bevatten de rubrieken aantekeningen over de invloed op de cultuur, filosofie, literatuur, beeldende kunst en muziek. Bij het lijdensverhaal in Mattheus staat bijvoorbeeld een uitgebreide beschrijving van de Mattheus Passie van J.S. Bach. „In principe alles in relatie met de Bijbel kan plaatsvinden in ons project.”
Het werk is opgebouwd aan de hand van een rol, scroll.bibletraditions.org, die gaat van Genesis tot Openbaring. De rol bevat de Bijbelteksten en aantekeningen. De opstellers updaten de rol twee keer per jaar, zodat het werk steeds uitgebreider en verfijnder wordt.
Glossa
Venard noemt de modellen van de „glossa” of de „polyglot” Bijbels. Dat is een wetenschappelijke Bijbel uit de middeleeuwen of de renaissance, waarin alle beste wetenschappelijke en religieuze gegevens uit die tijd stonden staan opgetekend.
In het Frans is het werk goed gevorderd. In het Engels kan iedereen slechts de discussietekst van de King James Bijbel zien waaraan de medewerkers vanuit de traditionele versies werken en de nieuwe vertalingen en annotaties bij twee Bijbelgedeelten, namelijk Psalm 1 en Jacobus 5:13-18.
Wie minimaal 10 euro per jaar betaalt, krijgt toegang tot het werk dat aan de gang is van de teams die onder 26 koppen aantekeningen aanleveren. Dit staat elke liefhebber van bijbelstudie toe de tekst uitgebreid te bestuderen, te leren over de context en te zien hoe de tekst door de eeuwen heen is geïnterpreteerd, en welke invloed deze heeft gehad, tot op het gebied van literatuur en film toe. Ook kunnen gebruikers de introducties van de Bijbelboeken lezen en de Bijbel doorzoeken met een zoekmachine.
Joodse wetenschappers
Hij vertelt dat de manier waarop de Bijbelwetenschappers de tekst onderzoeken is beïnvloed door de manier waarop Joden met de tekst omgaan, zoals dat ook het geval was bij de vroege kerk. Ook werken hij en anderen samen met Joodse wetenschappers. „Ik was bijvoorbeeld mede-voorzitter van een seminar aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem over het Nieuwe Testament als Joodse literatuur van de Tweede Tempelperiode. Met Joden en christenen bestudeerden we het Nieuwe Testament samen. Niet uitsluitend, maar als deel van de Joodse geschiedenis.”
Iedereen kan een bijdrage leveren aan de rol, maar een comité houdt zich bezig met de selectie. Ook kunnen medewerkers een bibliografie toevoegen die verwijst naar meer werken over het onderwerp. Hij heeft samenwerkingsakkoorden gesloten met enkele academische instituten. Het project produceert ook eens per jaar gedrukte boeken. De wetenschappelijke Peeters Publishers in Leuven publiceert deze in een bijzonder formaat van een glossa, met de Bijbelse tekst in het midden van de pagina, die is omgeven door alle noten die er betrekking op hebben.
Venard droomt ervan dat rijke beschermers van geesteswetenschappen zullen blijven doneren om „briljante jonge onderzoekers” naar de École Biblique te laten komen, zoals in de afgelopen drie jaar al het geval is geweest. Door de komst van deze wetenschappers, die die vaak bezig zijn met hun promotieonderzoek, kan het project snelle voortgang maken. Ze hebben naast hun research werk ook nog genoeg tijd om het land te verkennen.
http://scroll.bibletraditions.org
Tekst: © Alfred Muller. Beeld: © École biblique et archéologique française de Jérusalem
