JERUZALEM – In het jaar 2018 is het aantal antisemitische incidenten wereldwijd naar recordhoogten gestegen. De incidenten deden zich voor op straat, op het internet en in de politiek.
Dat zei de Israëlische minister voor Diasporazaken, Naftali Bennett, zondag op de wekelijkse kabinetszitting. Ter gelegenheid van de Internationale Holocaust Herdenkingsdag presenteerde hij het 2018 Wereldwijde Antisemitisme Rapport.
„Het is een jaar waarin het hoogste aantal Joden werd vermoord bij antisemitische aanvallen sinds de jaren negentig”, zei Bennett. In de jaren negentig pleegden antisemieten aanslagen op de Joodse gemeenschap in Argentinië.
Aanslagen
In 2018 kwamen er dertien Joden om bij drie fatale antisemitische aanslagen. De zwaarste aanval gebeurde in de Amerikaanse stad Pittsburg in oktober. Een gewapende man schoot daar elf Joden dood in een synagoge. In januari werd een student vermoord in de Amerikaanse staat Californië. In maart werd de Holocaustoverlevende Mireille Knoll vermoord in haar huis in Parijs.
Ongeveer 70 procent van de anti-Joodse incidenten waren verpakt in agressie tegen Israël. De expressies van haat bereikten hun hoogtepunt rond de verplaatsing van de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem en tijdens de rellen aan de grens van Israël en Gaza.
Labour partij
In Frankrijk was er een toename van 69 procent in antisemitische incidenten. In 2017 namen deze af in vergelijking met 2016. Antisemitische incidenten in het Verenigd Koninkrijk stegen naar recordhoogten, waaronder in de Labour partij. De Joodse gemeenschap daar is bezorgd over de toekomst.
In kringen van de neonazi’s en zich superieur voelende blanken deden zich de meeste antisemitische incidenten voor. Premier Benjamin Netanyahu zei dat in Europa antisemitisme van rechts geen nieuw verschijnsel is. „Wat nieuw is in Europa is de combinatie van islamitisch antisemitisme en het antisemitisme van extreem links, waaronder antizionisme.”