Modeontwerpster Natalie Tahhan is een succesvolle Palestijnse zakenvrouw. Ze slaagde erin haar modecollecties binnen een mum van tijd te verkopen over de hele wereld. „Je probeert de problemen te overwinnen en je doet je uiterste best. Dat betaalt zich terug.”
De weg naar succes was echter lang. Ze werd in Jeruzalem geboren. Als moslima bezocht ze de school van de katholieke Rosery zusters in Oost-Jeruzalem. Toen ze acht was, verhuisde haar gezin naar Qatar. Rond haar dertiende begon haar interesse voor mode te groeien. „Mijn ouders hebben me enorm gesteund. Mijn oudste zuster is architect. We hebben altijd kunst in onze familie gehad. Mensen zeiden: daar kun je nooit wat mee verdienen. Maar mijn familie zei: je kunt het wel. Dat verbreedde mijn visie van wat mogelijk is in de wereld. Dit hielp mij om mijn eigen merk op te zetten.”
Studio
Ze doet haar verhaal in haar studio in een appartement in de Arabische wijk Beit Hanina. Een bankstel staat in de huiskamer, op het tafeltje ligt een schaal met baklava en een breed televisiescherm hangt aan de muur. In haar studio zijn de afbeeldingen te zien van Palestijns borduurwerk.
„Ik was zestien toen ik in Dubai naar de universiteit ging. Daar was ik de jongste student, want ik verliet de middelbare school op jonge leeftijd. De universiteit was geen goede ervaring. Ik ging op zoek naar een universiteit die mij kon helpen te bereiken wat ik wilde. Zo kwam ik terecht op de London College of Fashion, een deel van de University of the Arts. De opleiding was zeer nuttig. Alle docenten kwamen uit de modewereld. Als we aan een project werkten, werkten we rechtstreeks met bedrijven. Een modeontwerper leerde mij nieuwe vaardigheden. Ik leerde hoe de modewereld in elkaar steekt.
Koffiekoppen
Toen ik afgestudeerd was, ging ik terug naar mijn familie in Qatar. Ik kon nog geen eigen bedrijf beginnen, want ik had geen geld. Ik kreeg een job in het Qatar museum als ontwerpster. We deden ontwerpen voor koffiekoppen, kussenslopen, aantekenboekjes en noem maar op.
Daarna keerde ik terug naar Jeruzalem vanwege mijn visum. Ik heb een Israëlische identiteitskaart en een tijdelijk Jordaans paspoort. Ik had de leeftijd dat je de identiteitskaart kan verliezen als je te lang in het buitenland blijft. Ik wilde mijn burgerschap in Oost-Jeruzalem herbevestigen. (Lachend:) Ik hou er eigenlijk van om hier te zijn. Het voelt als thuis. Vele mensen zeggen: „Je bent gek. Wat je doet is krankzinnig.” Maar voor mij is de band met het land en met de natuur heel belangrijk. Bijvoorbeeld de seizoenen. Qatar kent alleen de lente en een zeer hete zomer.
Na drie jaar in het Qatar Museum voelde ik dat ik als Palestijnse niet vooruit kon komen. Het zit hem vooral in de kleine regeltjes. Ik had daar nooit mijn eigen zaak kunnen oprichten. In Qatar moet je 51 procent aan een Qatarese sponsor geven. Maar ik kon 51 procent van mijn winst en van mijn harde werken niet zomaar weggeven.
Toen ik teruggekeerd was in Jeruzalem werkte ik in verschillende kunstgalerijen. Ik probeerde in de kunstwereld door te dringen. Er zijn in Jeruzalem niet veel Palestijnse modeontwerpers. Alleen in Ramallah en Bethlehem zijn er een paar. Toch was onder Palestijnen het maken van eigen kleding en borduurwerk in de jaren veertig van de vorige eeuw heel belangrijk.
Veertig vrouwen
Toen zag ik dat een Jeruzalemse organisatie naar een ontwerpster zocht. Ze hadden veertig vrouwen opgeleid om kleding te maken. Ik maakte twee collecties voor hen onder de naam Untha, wat „vrouwelijk” betekent. Daarna hielden we een modeshow. Dat hadden Palestijnen nooit eerder gedaan in Jeruzalem. De modellen, de fotografie, de hairstyling, de make-up – alles werd gedaan door Palestijnen. We probeerden de modewereld weer op te zetten in Oost-Jeruzalem.
Daarna voelde ik dat ik klaar was om mijn eigen bedrijf op te zetten. Ik begon in 2015 een eigen modemerk onder mijn eigen naam. Ik registreerde mijn trademark op de Westoever en niet in Jeruzalem vanwege de complicates die je in Jeruzalem hebt als Palestijn.
Ik wilde de nadruk leggen op het Palestijnse erfgoed. Ik deed een uitgebreid onderzoek naar het Palestijnse borduurwerk. Veel mensen weten niet dat borduurwerk een kunst is. Ze zeggen: het is mooi. Maar wat betekent het? Er zijn veel tradities. De bruidegom gaf de bruid zes maanden voor het huwelijk stof, waarop zij borduurwerken aanbracht. Die kunst ging verloren.
Elk dorp had zijn eigen motief. Palestijnen konden aan het borduurwerk zien waar een vrouw vandaan kwam, of ze getrouwd was of niet, wat haar sociale achtergrond was, waar haar interesses lagen. De research verbreedde mijn horizon. Het zette mij aan het denken over het werk dat ik wilde doen en hoe ik wilde communiceren.
Vijf gebieden
Ik richtte mij op vijf verschillende gebieden: Ramallah, Gaza, Jeruzalem, Hebron en Jaffa. Elk gebied had zijn eigen motief. Het gebied had ook invloed op de kleuren. Ik begon elk motief uit te tekenen en te kleuren. Van elk motief maakten we ongeveer honderd schoudermantels. Ze moesten perfect zijn. Geen draadje mocht naar buiten steken. Allemaal hadden ze dezelfde maat.”
Mijn doel is alles hier in Jeruzalem te produceren. Ik kan gemakkelijk werken met kledingmaaksters in Bethlehem, Hebron of Ramallah. Maar ik geef er de voorkeur aan te werken met vrouwen hier in Jeruzalem. Die hebben moeite de touwtjes aan elkaar te knopen. Opdrachtgevers gaan liever naar Ramallah waar de lonen lager zijn. De loonkosten, de hoge kwaliteit en de belasting hier maken mijn producten duurder. Maar de kledingmaaksters hier moeten ook kunnen verdienen.
We deden een fotosessie. De foto’s plaatsten we de collectie „Prints of Palestine” op mijn website en op Instagram, Facebook en WhatsApp. Deze nieuwe technieken zijn gratis en helpen de ontwerpers. De klanten konden er één kopen voor 500 dollar per stuk. De bestellingen begonnen binnen te komen. Ze waren ook geïnteresseerd in het verhaal achter deze kleding.
Link
Als iemand iets wil kopen zend ik een link. Ze kunnen betalen via creditcard. Dat is sneller. De bestellingen wordt aan de deur afgeleverd. De meeste klanten bevinden zich in het Golfgebied en in de Verenigde Staten.
In de westerse wereld bekijken de winkels eerst de collecties. Een paar maanden later ligt de kleding in de winkels. In de Arabische wereld gaat dat totaal anders. Klanten zien iets en ze willen het product onmiddellijk kopen. Als ze het nu niet kunnen krijgen, hoeft het niet meer. De producten worden aan de deur afgeleverd.
Ik wilde laten zien dat wij als Palestijnen kunnen concurreren in de wereld. Door producten te maken van hoge kwaliteit, op hoge standaard en dat ze die internationaal kunnen verkopen.
Het is niet gemakkelijk, vooral niet voor mijn generatie. Palestijnen hebben een strijd te voeren om banen te vinden en economisch het hoofd boven water te houden. Maar je probeert de problemen te overwinnen en je doet je uiterste best. Dat betaalt zich terug. Voor Palestijnen is het internationaal mogelijk zaken te doen.
Beeld © Alfred Muller
Jemima is een christelijke organisatie die zich richt op het verlenen van zorg aan mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking in Bethlehem. Maakt u dit mede mogelijk?
www.jemima.nl
Kinder- en tienerwerk met Arabische en Joodse kinderen en tieners – helpen van gevangenen – bijstaan families in nood – werken aan verzoening tussen Joden en Arabieren.
houseoflight.net
holight@xs4all.nl