Het is 25 jaar geleden dat Israël en Jordanië een vredesakkoord sloten. De relaties tussen beide landen zijn vandaag uiterst koel. In het Jordaanse parlement klinkt bijna dagelijks de oproep de betrekkingen te verbreken. Maar bij verdere verslechtering staat veel goeds op het spel.
Israël en Jordanië zijn het oneens over tal van zaken. Een paar voorbeelden. Er bestaan belangrijke meningsverschillen over de aanleg en de financiering van een kanaal tussen de Rode Zee en de Dode Zee. Dat kanaal moet dienen om het watertekort in Jordanië te verlichten. Jordanië wil de pacht van twee stukjes land in de Arava (de laagvlakte tussen Jordanië en Israël ten zuiden van de Dode Zee) niet verlengen. Verder is Jordanië ontevreden over de Israëlische handelwijze rond de Tempelberg, waar het beheerdersrechten heeft.
De spanning nam toe toen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu in het kader van de verkiezingsstrijd op 17 september aankondigde dat hij de Jordaanvallei en nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever wil annexeren. Alles wat Israël op de Westoever doet, ligt in Jordanië gevoelig. Ongeveer de helft van de Jordaanse bevolking is immers van Palestijnse origine.
Familieleden
Jordaniërs hebben soms familieleden op de Westoever. Dat geldt bijvoorbeeld voor de 24-jarige Heba Al-Labadi, die de bruiloft van haar zuster in de Palestijnse stad Jenin wilde bezoeken. Toen ze op 20 augustus via de Allenbybrug in Israël kwam, ging de reis niet naar de feestzaal, maar naar de verhoorkamer van de veiligheidsdienst. Volgens haar advocaat volgden dagen van urenlange ondervragingen, waarbij ze in een pijnlijke positie werd vastgebonden aan een stoel. Ook een andere Jordaanse burger, Abdul Rahman Miri, belandde achter de tralies bij zijn poging familie op de Westoever te bezoeken.
Tegen beide Jordaanse staatsburgers is „administratieve detentie” uitgevaardigd. Dat is arrestatie en opsluiting zonder rechtsproces met aanklacht, verdediging en vonnis. Deze door de Britten uitgevonden maatregel laat gevangenen, hun vrienden, familieleden en advocaten in het ongewisse over wat zij fout hebben gedaan. Als ze zich schuldig hebben gemaakt aan veiligheidsdelicten, waar is dan het bewijs?
Heba al-Labadi is in hongerstaking gegaan. Haar oom op de Westoever, Yousef Taher, vertelde het Israëlische nieuwsagentschap Media Line dat haar gezondheidstoestand is verslechterd. Inmiddels is ze verschillende keren in het ziekenhuis geweest. Haar toestand zou zijn gestabiliseerd.
Dovemansoren
De oproep van Jordanië om beide burgers vrij te laten is tegen dovemansoren gericht. Daarom riep Jordanië deze week zijn ambassadeur in Israël terug. De Jordaanse minister van Buitenlandse Zaken, Ayman Safadi, sprak op twitter van een „eerste stap.” Jordanië arresteerde inmiddels ook een Israëlische staatsburger. Hij stak volgens berichten in de Israëlische media op illegale wijze de grens over. De vraag is of Jordanië hem pas weer op vrije voeten stelt als de twee Jordaniërs vrij zijn. (1)
Jammer dat dit de gang van zaken is na 25 jaar. Maar gelukkig is niet alles kapot. Er bestaat nog veiligheidssamenwerking tussen beide landen. Dat is belangrijk, want deze samenwerking helpt beide landen de kans op terreur te verkleinen. De grens is open voor toeristen. Israël helpt met de aanlevering van water en gaat straks gas leveren. Jordaanse exporteurs kunnen gebruik maken van de haven Haifa. En er is een lange, rustige grens tussen beide landen.
Beide landen hebben dus nog veel te verliezen als de relaties verder verslechteren.
(1) De regering maakte maandagmiddag bekend dat Israël de twee gedetineerden terug zal zenden naar Jordanië en dat de Jordaanse ambassadeur in Israël terugkeert naar Israël.