“Dit is een zeer gecompliceerde plaats, zoals zo veel plaatsen.” Dat zegt Dr. Pol Vonck van de Witte Paters als we het terrein oplopen van Betzata, ook bekend als Bethesda, en de Sint-Annakerk.
Hij weet door zijn uitleg echter orde te creëren in de wirwar van stenen, oude muren en metersdiepe gaten in de grond.
Het gaat om de plek die christenen eeuwenlang hebben geïdentificeerd met het bad van Betzata. In de tijd van het NT lagen daar een groot aantal zieken, blinden, kreupelen en misvormden. Daaronder was een man die er al 38 jaar verbleef en door Jezus werd genezen.
Genade
De naam Betzata betekende ‘huis van genade’. Het gaat waarschijnlijk om dezelfde plaats die de Bijbel noemt in 2 Koningen 18:17 en Jesaja 7:3. Daar wordt gesproken over “het bovenste waterbekken”. Een trap daalt af naar een gewelfde ruimte, waar de oudste vijver – die uit de tijd van het OT, zich bevond. Duiven schrikken op en er is weinig te zien.
De plek ligt nu in de moslim wijk van de ommuurde Oude Stad van Jeruzalem. In de Bijbelse tijd echter lag Betzata buiten de muur, vlak bij de Schaapspoort.
De traditionele archeologische opvatting is dat de Israëlieten in de achtste eeuw voor Christus een dam aanlegden in de bedding van een riviertje. Dit stroomde vanaf een plek op een afstand van ongeveer een kilometer ten noorden van de stad. De dam is nog te zien. In 200 voor Christus zou de priester Simon ook aan de zuidzijde van de dam een vijver aangelegd hebben.
Engel
Aan de oostzijde van beide vijvers lag een groep zieken en gehandicapten. De Bijbel geeft als verklaring dat het water soms bewoog. Sommige handschriften zeggen dat er een engel neerdaalde in het bad.
In de tweede Joodse opstand tegen de Romeinen in 135 na Chr. werd op de plek een heidense tempel gebouwd, waar zieken genezing bleven zoeken. In de byzantijnse tijd bouwden christenen boven de plek waar zij dachten dat het wonder plaatsvond een kerk. Later bouwden de kruisvaarders er ook een kerk.
De kruisvaarders bouwden op enkele tientallen meters afstand ook een tweede basiliek, de uit 1140 daterende Sint-Anna. In de zesde eeuw ontwikkelde zich op grond van het Protoevangelicum van Jacobus (3:3) een traditie dat hier Anna en Joachim woonden, de ouders van Maria.
Saladin
Deze romaanse kerk staat er nu nog. Pelgrims zingen hier vaak, omdat dat zo bijzonder klinkt vanwege de echo. Het is echter niet gemakkelijk in de kerk te preken. Saladin veranderde de kerk in een madrase (islamitische school), maar de Witte Paters zagen echter kans in de 19e eeuw de plek over te nemen.
De bekende archeoloog Simon Gibson betoogde in een artikel in ‘Proche-Orient Chrétien’in 2005 dat de hele constructie van twee vijvers en vijf zuilengangen dateert uit de tijd van Herodes de Grote, waarschijnlijk 25 jaar voor Christus. De stenen trappen aan de westelijke zijde van de zuidelijke vijver over een lengte van 53 meter duiden erop dat het water gebruikt werd als ‘ritueel bad’.
De trappen dienden ook om bedden te plaatsen voor de zieken en gehandicapten, die geen toestemming hadden de Tweede Tempel te betreden. Beweging in het water zou ontstaan kunnen zijn door de sluis in het systeem te openen. Zijn nieuwe theorie zal naar verwachting voor veel discussie zorgen onder archeologen.
Dit artikel verscheen in de serie Bijbelse geografie en archeologie
Beeld © Alfred Muller
Serie: Bijbelse geografie en archeologie (2008)
Bijbehorende Bijbeltekst:
“In Jeruzalem is bij de Schaapspoort een bad met vijf zuilengangen dat in het Hebreeuws Betzata heet.” Johannes 5:2, NBV.
Beeld © Alfred Muller