Archeologen van de Israëlische Dienst voor Natuur en Parken hebben een Byzantijnse kerk opgegraven in natuurreservaat Banyas op de Golan Hoogte.

De Romeinse keizer Augustus (27 v.C.-14 n.C.) gaf de plek in 20 v.Chr. aan Herodes de Grote (37 v.Chr. Tot 4 n.Chr.). Herodes bouwde er ter ere van de keizer een tempel. Zijn zoon Herodes Filippus (4 v.Chr. Tot 32 n.Chr) noemde de plaats Caesarea Filippi om verwarring met de havenplaats Caesarea te voorkomen.
Caesarea Filippi werd door Jezus en de discipelen bezocht. Petrus beleed hier dat de Heere Jezus de Messias was, de Zoon van de levende God (Mattheüs 16).

Bij Caesarea Filippi bevindt zich een van de bronnen van de rivier de Jordaan. Deze bron was de plaats waar de herdersgod Pan werd vereerd. Door bewegingen in de aardkost is de bron verlegd. In de rotswand bij een waterval bevinden zich nissen waarin beelden stonden van de Romeinse herdersgod Pan en andere goden.

Mozaïekvloer
Rond het jaar 400 bouwden christenen een kerk op de plaats van de Romeinse tempel. Bij de opgravingen bleek dat de kerk een mozaïekvloer had. Daarin zijn kruisen aangebracht, mogelijk door pelgrims die de kerk bezochten.


De mozaïeken vloer in de Byzantijnse kerk. Beeld: Yaniv Cohen / Dienst voor Natuur en Parken.
Richting
Archeoloog Adi Ehrlich vertelde onlangs aan de Israëlische krant Ha’aretz dat christenen kerken in de richting van het oosten bouwden. Dit gebouw is echter van noord naar zuid gebouwd. Een van de Romeinse rituele plekken werd het heilige centrum van de kerk. „Toen het christendom machtig werd, zocht men geen nieuwe plaats, maar werd een heidense plek veranderd in een christelijke.”

De Israëlische archeologen denken op grond van de onregelmatigheden in de mozaïekvloer dat het gebied door een aardbeving is getroffen.
Een versie van dit artikel verscheen ook in Het Reformatorisch Dagblad.