In 1930 werd Maurits Valk in Emmen geboren. In 1942 verloor hij zijn leven in Auschwitz. Maar vergeten is hij niet. Zijn naam staat voorgoed opgetekend in de Centrale Databank van de Namen van de Slachtoffers van de Shoah in Yad Vashem.

In 1930 werd Maurits Valk in Emmen geboren. In 1942 verloor hij zijn leven in Auschwitz. Maar vergeten is hij niet. Zijn naam staat voorgoed opgetekend in de Centrale Databank van de Namen van de Slachtoffers van de Shoah in Yad Vashem.
Yad Vashem plaatste de databank van de namen van de slachtoffers van de Holocaust in 2004 online. Eind 2009 had het Holocaustherinneringscentrum ruim 3,8 miljoen namen online gezet.
Een van de doelstellingen van de in 1953 opgerichte instelling is gegevens van slachtoffers en vernietigde gemeenschappen te verzamelen. De databank dient om mensen de kans te bieden te zoeken naar namen van slachtoffers, getuigenisbladen te overhandigen en educatief materiaal te verstrekken. Yad Vashem heeft in de afgelopen jaren diverse malen een dringend appel gedaan op overlevenden de getuigenisbladen in te vullen nu ze dat nog kunnen.
Project
Cynthia Wroclawski is manager van de afdeling dienstverlening van het herstelproject slachtoffernamen. Ze heeft haar kantoor in het administratieve centrum van Yad Vashem.
Wroclawski vertelt dat Yad Vashem de namen op verschillende wijzen probeert te vinden. De getuigenisbladen zijn een belangrijke methode. Dit zijn papieren die familieleden, buren, vrienden of gemeenschapsleiders kunnen invullen over iemand die ze hebben gekend. Dan zijn er de lijsten met namen uit archieven. Na de val van het Sovjetblok zijn er in Oost-Europa vele archieven opengegaan. Ook zijn er in synagogen nog namen te vinden. Deze staan bijvoorbeeld vermeld of platen van donateurs of op Thoramantels. Fotografen fotograferen grafstenen, waar sommige families de namen van omgekomen familieleden opzetten. Yad Vashem werkt ook samen met andere instituten op de wereld om de databank samen te stellen.
Wroclawski moedigt de mensen aan het getuigenisblad zoveel mogelijk met pen in te vullen. De ormulieren zijn te downloaden van de website van Yad Vashem. Ze raadt de mensen ook aan foto’s mee te zenden die voor de oorlog genomen zijn. Soms geeft iemand een foto bij een pagina die al ingevuld is door een familielid. Haar teamleden werken vooral in Israël, Amerika en de vroegere Sovjet-Unie om informatie te verzamelen. De getuigenisbladen worden bewaard in de Hal van de Namen van Yad Vashem en de gegevens worden verwerkt in de databank.
Vier miljoen
“Helaas denk ik dat we niet tot zes miljoen komen. Hele gemeenschapen werden uitgeroeid en er is niemand meer die een getuigenis kan geven. Ik zou zeggen dat we de vier miljoen kunnen bereiken, misschien iets meer. Ik hoorde deskundigen zeggen dat we tot
4,5 miljoen kunnen komen. Het is moeilijk te zeggen hoeveel langer we hieraan moeten werken. Documenten blijven vanzelfsprekend altijd beschikbaar.”
Bezoekers van de databank in Yad Vashem zijn soms verbaasd over wat ze vinden. Wroclawski: “Ze zeggen: ’Ik vond dit getuigenisblad dat mijn vader invulde. Ik weet helemaal niet dat hij dat deed. Hij leeft niet meer, maar nu zie ik zijn handschrift. Hij had familie, maar ik wist hun namen niet. Hij heeft me er nooit over verteld’. Of: ’Ik zie nu dat ik een broer of zuster had, maar ik kende de namen niet’. Elk verhaal is deel van de collectieve geschiedenis. Maar het heeft ook betekenis voor de overlevenden zelf en hun nabestaanden.”
Expertise
Eenvoudig is het werk niet. Maar de mensen van de Hal van de Namen hebben een aanzienlijke expertise verworven. Soms hebben de overlevenden weinig informatie over iemand. De een spelt een naam zo, de ander zo. Het geheugen kan beïnvloed zijn door het trauma of door de tijd. Ook zijn historische documenten uit archieven niet noodzakelijkerwijs accuraat. In een tijd van oorlog hadden sommigen reden om gegevens te veranderen.
“We spreken over herinnering, een emotioneel beladen onderwerp en families waar verhalen de ronde deden. We zijn ons daarvan bewust. We vragen de mensen in hun herinnering te graven. We hopen dat wat zij zich herinneren zo accuraat mogelijk is. De meesten overlevenden waren in de oorlog nog kinderen. Soms weten ze niet meer op welke datum iemand geboren is. Bijvoorbeeld van een neef of nicht, die even oud was. Voor ons zijn de namen en plaatsen het belangrijkste.”
David Berger
“We weten dat deze mensen herinnerd wilden worden. In de laatste brieven schrijven ze altijd: ’Vergeet mij niet, vertel mijn verhaal’. We gebruiken hier een citaat van David Berger. Hij woonde in Vilna en was 21 toen hij werd vermoord. Hij schreef toen de situatie verslechterde aan zijn vriendin Ilsa die Palestina had bereikt: “Ik zou het fijn vinden als iemand zich herinnert dat er eens een persoon met de naam David Berger geleefd heeft.”
De grondgedachte is om van de slachtoffers een persoonlijk monument te maken, de identiteiten te herstellen en hen in zekere zin een virtuele rustplaats te geven. We proberen dat zo uitgebreid mogelijk te doen. Voor het Joodse volk zijn ze deel van de collectieve herinnering. Wat Yad Vashem uiteindelijk wil doen is alle gegevens toevoegen aan het virtueel dossier van een slachtoffer. Dat zijn het getuigenisblad en bijvoorbeeld de memoires van iemand waarin ze worden genoemd, een brief en een ansichtkaart die de persoon schreef en informatie uit mondeling gegeven getuigenissen. We hopen die gegevens te digitaliseren en het online toegankelijk te maken. Iemand die naar een individu zoekt, vindt alles wat er is.”
Wat beweegt Cynthia Wroclawski? Ze studeerde Joodse studies, communicatie, en marketing. In 1989 emigreerde ze naar Israël. “Ik groeide op met een zionistische ideologie. Mijn ouders
en grootouders emigreerden uit Oost-Europa naar de VS tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog. De meeste nabije familieleden kwamen in Amerika terecht. Ik hoorde veel verhalen over Joodse vervolgingen en pogroms die plaatsvonden voor de oorlog. Ik wist dat er takken van de familieleden waren achtergebleven, waarmee we het contact zijn verloren. Zij werden waarschijnlijk gedood tijdens de Shoah. Ik ken hun namen niet. Dat is een verschrikkelijk gevoel. We zijn informatie kwijtgeraakt.”
“Mijn vader werkte bij de inlichtingen van het Amerikaanse leger. Hij bestudeerde foto’s. Hij vroeg zich af waarom Amerika niet meer zijn best deed. Het gevoel was dat er iets miste in de manier waarop de wereld reageerde. Ik denk dat dat deel is van mijn persoonlijke geschiedenis. De Holocaust is een belangrijk deel van onze geschiedenis. Ik voel met erg bevoorrecht mee te mogen helpen. Het is een historisch moment en een historisch project.”
Beeld Cynthia Wroclawski © Alfred Muller