Tel Tsafit, ongeveer 15 kilometer binnen de kust ter hoogte van Ashdod en Ashkelon, is een van de grootste archeologische heuvels in Israël. Over een gebied van ruim veertig hectare strekken de ruïnes zich uit. Bezoekers kunnen op de heuvel wandelingen maken door een natuurgebied, dat met name aan het einde van de winter zeer mooi is.
Slechts een klein deel van de tel is opgegraven. Het gaat volgens archeologen hoogstwaarschijnlijk om de Filistijnse plaats Gat. Waarschijnlijk was Gat de belangrijkste stad van de Filistijnen. Van de plaats is nog maar een zeer klein gedeelte opgegraven. Als het niet om Gat ging, ging het in elk geval om een andere belangrijke Filistijnse stad.
De Filistijnen waren een van de zeevolken. Uit de afbeeldingen in Egypte leiden sommige experts af dat zij door voedselgebrek gedreven het gebied van de Egeïsche Zee (waarschijnlijk Kreta) verlieten. Zij vielen Egypte aan, maar de farao sloeg ze terug. Waarschijnlijk vestigden zij zich daarna in het zuidelijk gedeelte van het land Kanaän.
Stadstaten
Ze hadden vijf grote stadstaten. Deze werden elk geleid door een vorst en hadden mogelijk elk een eigen afgod. Dat zijn: Gaza, Askelon, Asdod, Ekron en Gat (Jozua 13:3). Verder bestuurden ze kleinere steden. Hun invloed reikte soms ver. Op een bepaald moment hadden ze zelfs Beth Shean in de Jordaan vallei in bezit.

De Filistijnen vestigden zich omstreeks 1200 v.Chr. in het kustgebied van Kanaän, mogelijk in twee golven. Omstreeks dezelfde tijd trokken de Israëlieten het land binnen onder Jozua. De Filistijnen veroverden Gat waarschijnlijk op de Kanaänieten. De stad van de Kanaänieten werd omstreeks 1200 v.Chr. zwaar verwoest.
Een bekende inwoner van Gat was de reus Goliath. De Bijbel zegt dat deze krijgsman ruim zes el lang was (1 Samuël 17:4). Dat is meer dan 2,7 meter. Hij was een kampvechter. Soms schoven de Filistijnen een persoon naar voren die de tegenstanders uitdaagde om ook een kampvechter te zenden. In andere gevallen trok een kleine voorhoede voor de slagorders uit.

Goliath
Goliath was niet de enige Filistijn met grote afmetingen. In afbeeldingen op de tempel van farao Ramses III (1184-1153 v.Chr.) staan op reliëfs Filistijnen afgebeeld.
De mannen waren geschoren, ze droegen hoofdtooien, een borstplaat of rok, schilden en ze waren groot van stuk. We lezen in Jozua 11:22 dat er drie Filistijnse steden waren waar de zogeheten Enakieten woonden: Gaza, Gat en Asdod. Het woord Enakieten betekent ‘reuzen’.

De Israëlieten leefden op gespannen voet met de Filistijnen. De Filistijnen waren sterk. Zij konden wapens van ijzer maken, terwijl de Israëlieten nog in het bronzen tijdperk leefden. De Danieten, die de zwaarste klappen opvingen, trokken daarom naar het noorden van het land.
David
Maar de relatie met de Israëlieten was blijkbaar niet altijd slecht. We lezen dat David enige tijd in Gat verbleef (1 Samuël 27:4) en dat er zich later Gatieten bij hem aansloten ( 2 Samuël 15:18).

Maar op den duur verloren de Filistijnen hun superioriteit. David versloeg hen en later bracht koning Uzzia hen een nederlaag toe, lezen we in 1 Kronieken 18:1 en 2 Kronieken 26:3.
Wat er met de Filistijnen is gebeurd, is nog niet bekend. Mogelijk zullen toekomstige generaties archeologen daar meer licht op kunnen werpen. Een van de theorieën is dat ze verdwenen in andere volken. Zeker is in elk geval dat de Syrische koning Hazaël (842-805 v.Chr.) hen blijvend onderwierp en van de stad Asdod een centrum maakte.
Bijbehorende bijbeltekst:
“Uit de gelederen van de Filistijnen trad een kampvechter aar voren, een zekere Goliath uit Gat een man van ruim zes el lang.” (1 Samuël 17:4, NBV)