Motke Blum (l) in gesprek met een van de gasten. Foto: Alfred Muller
In het Sherover Theater in Jeruzalem werd vandaag een nieuwe tentoonstelling geopend van de Jeruzalemse schilder Motke Blum onder de titel Between the Spheres 2011, Parallel Universes.
Hoor op de audioclip zijn dochter Anat Blum over de tentoonstelling.

* * *
In 2004 schreef ik in een artikel over hem:
GEFASCINEERD DOOR HET LICHT VAN JERUZALEM
Motke Blum plaatst een paar stoelen in het atelier. Zijn vrouw Shoshanna, met wie hij net het gouden huwelijksfeest heeft gevierd, zit bij hem. De werkplaats bevindt zich in het kunstenaarsstraatje ‘Chutzot HaYotzer’ tegenover de Citadel van David. Helder wit licht vult het straatje. Het Jeruzalemse licht dat zo typerend is in veel van zijn werken.
Op een tafel achterin de werkplaats maakt de 79-jarige kunstenaar koffie in grijze bekertjes. De schilderijen, aquarellen en beelden staan en hangen overal om hem heen. “Ik hou ervan te schilderen”, zegt hij. “Tegenwoordig schilder ik zelfs meer dan vroeger. Maar ik heb een probleem. Dat is dat de schilderijen onderling ruzie maken. Elk van hen wil de eerste zijn. Ik heb niet genoeg plaats. Er zou eigenlijk een verdieping bovenop moeten komen.”
In het begin van zijn kunstenaarschap schilderde hij veel schepen. Daar was een reden voor. In augustus 1944, toen de Tweede Wereldoorlog in volle gang was, zag hij kans op een schip terecht te komen, die Joodse immigranten van Roemenië naar Istanboel bracht. Het schip voer in een konvooi met twee andere schepen. Eén van de drie schepen – de Mefkure – werd door een torpedo geraakt. Motke zag het drama voor zijn ogen voltrekken. “Ik heb er enigszins een trauma van opgelopen”, zegt hij. “En ik wilde ervan bevrijd worden.”
Werkkamp
Hij heeft de liefde voor het schilderen niet van zijn ouders. Het komt helemaal uit hemzelf. Toen hij als kind opgroeide in Boekarest, schilderde hij al graag. Hij bleef zelfs doorschilderen toen de Duitsers hem opsloten in een werkkamp. Gelukkig wist hij daaruit te ontsnappen en naar Palestina te vluchten. “Ik kwam thuis bij mijn familie die daar al 2000 jaar was”, zegt hij. “Het was leuk het Hebreeuwse schrift te zien. Ik voelde me enorm opgelucht.”
Hij kwam op kibboets Avuka in de Beit Shean vallei terecht, waar hij het land bewerkte. “Alles was goed. Er was niemand die je haatte”, zegt hij, en dat was een hele opluchting na het leven in Europa. Later ging hij naar Netanya. Hij diende als soldaat in de Onafhankelijksheidsoorlog van 1948. In 1951 kwam hij in Jeruzalem terecht, waar hij aan de beroemde Bezalel academie onder meer metaalbewerking en schilderkunst studeerde. “Ik had als stukadoor, tegelzetter en bouwvakker gewerkt. Al deze dingen hielpen mij enorm toen ik aan Bezalel studeerde”, zegt hij.
Zeist
Van de Italiaanse professor T. Orselli leerde hij oude mozaïeken en fresco’s te restaureren. Toen hij afgestudeerd was aan de Bezalel bekwaamde hij zich verder bij Orselli in Italië en bij de Koninklijke Zilverwerken in Zeist. “Ik werkte daar als arbeider tussen de andere arbeiders. Ze waren heel aardig voor mij. Het hielp mij later met het maken van metalen voorwerpen.”
In 1958 kwam hij in Jeruzalem terug waar hij in het centrum van de stad een studio opende. Over de beginperiode zegt hij: “Er bestond hier een pioniersdom. Iedereen voelde zich sterk verbonden met de grond, de terugkeer en de geschiedenis. De kunstenaars vonden een manier om uit te drukken dat ze thuis waren gekomen. Als je kunstenaar bent, is er niemand die een vinger naar je uitsteekt. Je bent alleen. Je moet vechten en niet verbitterd raken. De mens houdt in de eerste plaats van zichzelf en is pas daarna bereid naar jou te luisteren en je te geloven.”
Exposities
Galerieën in Israël en in Engeland, de VS, Frankrijk, Duitsland en andere landen nodigden hem uit voor exposities. Hij had vier tentoonstellingen in Nederland, maar hij verlangt er sterk naar nog eens een soloshow in Amsterdam te hebben. Het ministerie van toerisme gebruikte twee van zijn schilderijen voor posters om Jeruzalem als attractie aan de wereld te verkopen. Zijn werken kwamen verder terecht in de Kerk van de Barmhartige Samaritaan in Miami, in musea en bij particuliere verzamelaars.
Op het ogenblik gaan de kunstenaars van Jeruzalem door een moeilijke tijd. Zeker de helft van de winkeltjes in zijn straat is gesloten. Als er een klant binnenkomt, staat hij op om uitleg te geven. Voor de klanten is er veel te zien. Hij gebruikt een heel scala van technieken: olieverf, mozaïeken, beelden en assemblages. Altijd is hij op zoek naar andere manieren om zich uit te drukken. Zijn werk varieert van de donkere schipbreuken en concentratiekampen met prikkeldraad tot en met de lichte stadsgezichten van Jeruzalem. “Ik had een periode waarin ik veel met zwart werkte. Nadat ik aan land kwam, schilderde ik skeletachtige boten met rood. Langzamerhand zijn de schilderijen lichter geworden. En nu is het wit. Ik geloof dat in de kleur wit alle kleuren zitten. Wit geeft de mogelijkheid je te verheffen. Dat wil zeggen: lichter te zijn.”
Heiligheid
Hij suggereert de heiligheid van Jeruzalem met lichte kleuren en die heiligheid komt altijd van boven. “Als je met je hoofd naar beneden loopt, zie je niets. Ik moet naar boven kijken en een beetje licht zien. Vervolgens daal ik af om te schilderen. Er gaat niets boven Jeruzalem. Van de tien schoonheden die aan de wereld zijn gegeven, heeft Jeruzalem er negen genomen. Er is hier iets. Het licht, de geschiedenis. De vraag is alleen in hoeverre je dat ervaart en hoe je dat als kunstenaar kunt vertalen. Het is gemakkelijk de Klaagmuur te nemen en die te schilderen en dan op een toerist te wachten die dat koopt. Maar er is veel meer. Van Jeruzalem moet je houden en dan zal Jeruzalem je liefde teruggeven.”
Bij de werken over Jeruzalem komt ook de tempel voor. “De Joodse identiteit is belangrijk voor mij.” Enigszins grappend: “Ik ben hier teruggekeerd en ik wacht op de bouw van de tempel. Daar zal ik een ‘job’ hebben door te schilderen. Ik ben ook edelsmid en ik heb religieuze gebruiksvoorwerpen gemaakt. Ik ben er klaar voor. Wat zeg ik allemaal?”
(Dit artikel verscheen ook in Israël Aktueel).

Voor de website van Motke Blum, zie hier.