De westelijke vestingstad Lachis

Hoewel Lachis een uiterst belangrijke stad was in de tijd van het Oude Testament, zijn er slechts weinig toeristen en pelgrims die een kijkje komen nemen bij Tell el-Duweir, de heuvel waar de archeologische resten zich bevinden. Nu moet wel gezegd worden dat er relatief weinig is te zien en dat de oude vestingplaats slecht is ontsloten.

Lachis ligt 48 kilometer ten zuidwesten van Jeruzalem en 24 kilometer ten westen van Hebron. De stad was een van de belangrijkste steden in de laagvlakte van het land Israël.

El Amarna brieven

De belangrijkste bewoning was in de 18de tot 16de eeuw v.Chr. Dat is de tijd van de aartsvaders. Omstreeks 1500 v.Chr. werd de stad verwoest door brand. De naam Lachis komen we verschillende keren in de El Amarna brieven in de 14de eeuw v.Chr. Amarna is een plaats in Egypte, waar kleitabletten werden gevonden met informatie over de relaties tussen Egypte en andere volken in het Midden-Oosten.

De koning van Lachis behoorde tot de vijf vorsten die tegen Jozua vochten bij Gibeon. De stad werd kort daarop veroverd door de Israëlieten. (Joz. 10:23). Pogingen de verwoesting van de stad in omstreeks 1225 v.Chr. te relateren aan de inval van de Israëlieten zijn mislukt.

Op de tel met op de achtergrond de overblijfselen van een groot paleis.
Op de tel met op de achtergrond de overblijfselen van een groot paleis.

De stad bleef in puin liggen totdat Rechabeam (932 tot 917 v.Chr.) haar weer opbouwde en er een vestingstad van maakte. Deze moest de westelijke flank van Juda beschermen. (2 Kron. 11:5-12). De Judese koning Amasja (ca. 797 – 779 v.Chr.) werd gedood in Lachis toen hij op vlucht was voor samenzweerders in Jeruzalem (2 Kron. 25:27).

Jeruzalem gespaard

In 701 v.Chr. trok de Assyrische vorst Sanherib op naar Juda. (2 Kron. 32:9; Jesaja 36:32). Door een bovennatuurlijk ingrijpen bleef Jeruzalem gespaard (2 Kron. 32:21). Voor Lachish liep het echter slecht af. In Sanheribs paleis in Nineveh werden afbeeldingen gevonden van de verovering op grote reliëfs, die zich nu in het Britse Museum in Londen bevinden.

De sporen van de verovering zijn nog te zien. Aan de zuidzijde van de tel bevindt zich namelijk een 71 wijde en 49 tot 60 meter lange helling die de Assyriërs speciaal voor de strijd aanlegden. In grotten in de buurt vonden onderzoekers de stoffelijke resten van 1500 mannen, vrouwen en kinderen. Waarschijnlijk betrof het burgers die door de Assyriërs werden gedood.

Traptreden die leiden naar de tel.
Traptreden die leiden naar de tel.

Na de verwoesting vond een herbouw plaats, maar de stad zou haar oude glorie niet meer bereiken. Een eeuw later nam Nebukadnessar de stad in (Jer. 34:7). Deze keer werd Jeruzalem wel veroverd – en de bevolking weggevoerd. Uit deze tijd stammen ook de zogeheten Lachis brieven die waren gericht aan de militaire commandant in Lachis, Yaush genaamd, die zich eveneens in het Britse Museum bevinden.

Deel van Iduméa

Na de ballingschap (586-538 v.Chr.) werd Lachis deel van Iduméa, zoals het zuidelijk deel van het land werd genoemd. De stad wordt opnieuw bewoond door Joden (Neh. 11:30). De bewoning ging door in de hellenistische periode en hield onverwacht op in de tweede eeuw v.Chr.

Eusebius (ca. 260-339) schreef in zijn Onomasticon dat de stad 11 kilomeer afstand lag van Beth Guvrin, aan de weg die naar het zuiden leidt. De beroemde Amerikaanse archeoloog W.F. Albright identificeerde in 1929 Tell el-Duweir met Lachis. Dat hij gelijk had, werd in 1935 bevestigd toen de archeoloog James L. Starkey de Lachis brieven vond. Hij groef ook de poorten op die dateerden uit de tijd van de koningen van Israël en Juda (930-586 v.Chr.) en de Babylonische en Perzische perioden (586-332 v.Chr.). Verder vond hij ondermeer het paleis en een tempel.

Bijbehorende Bijbeltekst:
“… Sanherib van Assyrië, die op dat moment met heel zijn legermacht Lachis belegerde…”

Dit artikel verscheen ook in Israël Aktueel. 

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close