In Israël bestaat brede steun voor erkenning van de Armeense genocide. De regering erkent noch ontkent de genocide. Formele erkenning heeft niet plaatsgevonden omdat de regering de betrekkingen met Turkije niet in gevaar wil brengen.
Veel Armeniërs in Jeruzalem hebben voorouders die zijn gevlucht uit Armenië om aan de vervolgingen te ontsnappen. Zij vinden dat Israël de grote moord die honderd jaar geleden begon, een genocide moet noemen. Vele Israëliërs vallen hen daarin bij.
Regeringspolitiek
Professor Israel Charny, directeur van het Instituut voor de Holocaust en Genocide en voorstander van Israëlische erkenning van de Armeense Genocide, zegt dat er in Israël de Knesset overgrote steun bestaat voor erkenning. Hij woonde de laatste debatten over dit onderwerp bij. De Knesset voorzitter zorgde er echter voor dat er niet over de motie werd gestemd omdat hij de regeringspolitiek wilde handhaven.
Charny vertelt dat de president van Israël, Reuven Rivlin, een van de leidinggevende voorstanders van erkenning is geweest. In januari dit jaar sprak hij voor de Verenigde Naties ter gelegenheid van de Internationale Holocaust Dag mede over de Armeense genocide. „Hij vertelde met persoonlijke passie over hoe zijn ouders en hij als jongen zich bewust waren van de Armeense immigranten die veiligheid zochten in Jeruzalem”, zegt Charny. „We hebben een situatie in het land waar de president de Armeense Genocide duidelijk erkent, maar hij heeft geen wetgevende macht.”
Knessetdelegatie
Een Knessetdelegatie zal deze week in Yerevan de herdenkingsplechtigheid bijwonen. Delegatielid Nachman Shai (Zionistische Unie) zei tegenover het dagblad ‘The Jerusalem Post’ dat de regering diplomatiek koorddanst. Ze heeft namelijk niet de hoop verloren dat de relaties met Turkije kunnen worden hersteld. Deze zijn de laatste jaren drastisch bekoeld.
Charny, die volgende week ook in Armenië zal zijn, twijfelt er niet aan dat er in de Knesset nieuwe pogingen zullen worden ondernomen om de genocide formeel erkend te krijgen. „Het is een kwestie van machtspolitiek dat de erkenning niet is geslaagd. Maar het geloof dat de genocide plaatsvond is overheersend.”