Tweeduizend jaar na de verwoesting van de tempel is de aandacht voor het heiligdom nog springlevend. Joden bidden dagelijks bij de Westelijke Muur en de opgravingen breiden zich uit. Exposities in onderaardse ruimten tonen de geschiedenis van het leven rond de tempel.
„Hier kunnen we alle tijdperken zien, van de Eerste Tempel tot vandaag”, zegt voorlichter Yohanna Bisraor van de Western Wall Heritage Foundation in Jeruzalem. Ze staat op een stellage in een onderaardse hal die archeologen blootlegden.
„Voordat we met de opgravingen begonnen, moesten we eerst metalen pilaren plaatsen om dit vertrek te ondersteunen. De Oude Stad boven ons moet bewaard worden. Nu zijn hier overblijfselen uit de tijd van de moslims te zien tot en met de tijd van de Eerste Tempel”, zegt ze, doelend op de ruimtes boven haar hoofd en onder haar voeten.
Leven rond de tempel
De bezoekers aan de onderaardse gangen en hallen zien snel dat de overblijfselen van het leven rond de tempel overal terug te vinden zijn. Dit is wat hun goed moet worden ingeprent: het gebied speelde een centrale rol in de Joodse geschiedenis.
„Koning Salomo bouwde de Eerste Tempel en vroeg God of Hij het een plaats van gebed wilde maken voor alle generaties en voor alle naties. Of je nu Jood bent of niet, of je het wel of niet verdient, gebeden hier worden geaccepteerd. Iemand vertelde ons over de verwoesting van de Tempel en gaf het verhaal aan ons door. Als we hier met een groep kinderen, studenten of soldaten zijn, en zij de overblijfselen uit allerlei tijdperken zien, zeggen we: het volgende tijdperk dat ben jij. ”
De tocht voert langs een pas opgegraven mikwe – ritueel bad – uit de Tweede Tempelperiode naar een ruimte onder een overdekt gebedsgedeelte voor mannen bij de Westelijke Muur. Het gebedsgedeelte boven ons, en de ruimte waar wij staan, lagen onder de brug waarover Joden in de Tweede Tempelperiode de tempel konden bereiken en staat bekend als de Wilsonboog.
Pilaren
Archeoloog dr. Barak Monnickendam-Givon van de Israëlische oudheidkundige dienst is in de ruimte aan het werk. Hier moesten archeologen eerst acht zware pilaren plaatsen om te voorkomen dat de biddende mannen hierboven niet meters naar beneden zouden storten.
„We wilden hier nieuwe gedeelten van de Westelijke Muur blootleggen die 1600 jaar bedekt bleven”, zegt Monnickendam-Givon. „We vonden tien steenlagen en winkels. Dat was een bijzondere architectonische prestatie, vlak na de tijd van koning Herodes en zijn opvolgers. We vonden ook een klein theater of odeon, een plaats voor musici. We denken dat Romeinse soldaten die in Jeruzalem gelegerd waren dit bouwden. Hier was het overdekt. In Israël is het in juli of augustus in de zon moeilijk uit te houden.”
Een andere onderaardse gang leidt naar de ruimte onder de Ohel Yitzchak synagoge. De Hongaarse gemeenschap Shomrei HaChomot (Bewakers van de Muur) bouwden dit gebedshuis in 1904, maar het Jordaanse leger verwoestte het in de oorlog van 1948. De stichting heeft de sjoel hersteld in zijn bijna oorspronkelijke vorm. In dit onderaardse gedeelte is ook een deel van de Oostelijke Cardo te zien, de Romeinse weg die door Jeruzalem liep.
Model
Bisraor laat een nieuw model zien van het tempelplein van 2000 jaar geleden. Er is bijna vier jaar gewerkt aan de driedimensionale print van de tempel en het plateau eromheen. Eind dit jaar gaat het open voor publiek. Het model kan straks op en neer bewegen, terwijl kijkers op de achtergrond een overdekt gedeelte van de Westelijke Muur zien. „Het is deel van u”, zegt Bisraor.
In het model steekt de tempel overal boven uit. In de tunnel die langs de Westelijke Muur loopt bevindt zich ook de plek die het dichtste bij het Heilige der Heilige lag, namelijk op een afstand van 97 meter. Daar zitten mannen en vrouwen te bidden. „Volgens de Joodse traditie schiep God toen hij de hemel en aarde maakte eerst de funderingsteen, daarna de Berg Moria, toen Israël en ten slotte de rest van de wereld.”
Beeld © Alfred Muller