De Aleppo Codex is het oudste manuscript van de volledige Hebreeuwse Bijbel. De tekst is gevocaliseerd. Dat wil zeggen dat de Masoreten –middeleeuwse Joodse geleerden– klinkers hebben toegevoegd aan de medeklinkers, zodat de tekst op de juiste wijze kan worden uitgesproken.
De ”Encyclopedie van het Jodendom” onder redactie van Geoffrey Wigoder meldt dat de Bijbelse boeken oorspronkelijk werden geschreven zonder spaties tussen de woorden. Dat leidde tot verwarring over de interpretatie van de tekst.

Dr. Adolfo Roitman, directeur van het Heiligdom van het Boek van het Israël Museum, wijst erop dat Joden in de Tweede Tempelperiode (536 v. Chr. – 70 n. Chr.) kopieën hadden van het boek Jesaja, die verschillen toonden op het gebied van woorden en zelfs hele zinnen. De manuscripten uit Qumran hadden bijvoorbeeld geen klinkers. De mensen wisten echter op basis van traditie hoe de tekst gelezen moest worden. Tegen het einde van de eerste eeuw ontwikkelden Joden een systeem van vocalisatie.
Om de accuratesse te garanderen hielden de Masoreten zich bezig met de verduidelijking van de tekst. Dat deden ze door de tekst in woorden en zinnen te verdelen, vocalen onder de medeklinkers te plaatsen en van aanwijzingen te voorzien hoe de tekst moest worden gezongen.
Beste editie
In het jaar 100 ontstond er een standaardtekst. „De beste editie daarvan op aarde is deze”, zegt Roitman, terwijl hij naar de vitrine loopt waarin het museum de Aleppo Codex bewaart. De schriftgeleerde Shlomo Ben-Buya’a schreef het boek meer dan duizend jaar geleden. Aaron Ben-Asher verifieerde de tekst, voorzag deze van vocalen en andere aantekeningen op basis van de traditie die werd doorgegeven van generatie op generatie. Het boek was niet bestemd om uit gelezen te worden in de synagoge, maar om te dienen als standaardtekst voor schriftgeleerden die de tekst moesten kopiëren.

Deze oertekst kwam terecht bij Joden in Jeruzalem. In de elfde eeuw werd het boek geroofd en naar Egypte gebracht. Aan het einde van de veertiende eeuw werd het aan de Joodse gemeenschap in Aleppo gegeven. De rabbijnen en oudsten waakten er 600 jaar over wat bekend werd als de ”Aleppo Codex”.
De gemeenteleden beschouwden het document als heilig en ze geloofden dat het over speciale krachten beschikte. Het was verboden de codex uit de synagoge te verwijderen, uit angst dat zulke daden de gemeenschap zouden vernietigen.
Ontvang de nieuwsbrief van Alfred Muller en klik hier klik hier. Politiek, geloof, en persoonlijk nieuws.
Verbod
Tijdens de verwoesting van de synagoge in 1947 zagen Joden kans de schat te verbergen. Mordechai Faham smokkelde het eeuwenoude boek uit Syrië naar Turkije. Dat werd overigens pas gedaan nadat de Israëlische sefardische opperrabbijn het verbod verbrak om het te verplaatsen.
De codex werd gegeven aan Israëls president Izhak Ben-Zvi. Sindsdien is het handschrift in het bezit van het Ben-Zvi instituut, dat het weer aan het Israël Museum in Jeruzalem gaf. Het bleek dat het manuscript nog maar 294 van de 487 bladen had. Een van de 193 missende bladzijden werd vele jaren geleden ontdekt: iemand bewaarde een blad als talisman, en pas nadat hij was overleden gaf de familie het aan het Ben-Zvi instituut.
De Aleppo Codex bevindt zich nu op de laagste verdieping van het Heiligdom van het Boek in het Israël Museum. In dit gebouw ligt ook een aantal Dode Zeerollen.